Van der Aa. die zijn gegevens meestal van de gemeenten verkreeg, geeft geen exacte gegevens over werkgelegenheid en welvaart, maar suggereert in het bovenstaande een welvaart die er beslist niet was. Er was grote werkloosheid, gepaard gaande met grote armoede. (Zie hierover: L.F. van Loo, Armen zorg in Den Helder 1840 - 1860, niet gepubliceerde doctoraal-scriptie R.U. Utrecht, 1976). Met betrekking tot het onderwijs merkt Wijnbeek het volgende op: "Den Helder heeft drie scholen: een openbare Nederduitsche, eene Fransche jongens- en meisjes- en eene Fransche meisjesschool. In elke der drie overige plaatsen is slechts eene school." "Aan Den Helder laat de Nederduitsche school niets te wenschen over, zoo met betrekking tot het lokaal, in twee delen verdeeld, die door glazen deuren van elkander zijn gescheiden, en tot de schoolmeubelen, als tot het onderwijs." Het lokaal vond ik gevuld met ongeveer 450 leerlingen, onder welke, ofschoon er de onderwijzer Jan van der Haar wegens ongesteldheid niet was, volmaakte orde heerschte, hetgeen te danken is aan de goede verdeeling der klassen en der werkzaamheden in elk derzelve en aan de leiding, welke hij zelf aan zijn ondermeesters weet te geven. Alles ging een vasten gang: het aanwenden der klankme thode, het uitleggen van het gelezene, waardoor eene natuurlijke toon bij het lezen was verkregen, het redekundig en taalkundig ontleden, de behandeling der nieuwe maten en gewigten, de getalleer, het theoretisch en practisch rekenen, dit laatste ook uit het hoofd, het gezang, eenvoudig op *t gehoor bij de onderste klasse, kunstmatig in de hoogere. Van het schrift wordt ook veel werk gemaakt." "De school aan het Nieuwediep heeft twee schoolgebouwen. In de kleinste is de laagste afdeeling der benedenste klasse. Het andere, hetwelk zeer groot is, is in tweeën afgedeeld. Het gezamenlijke getal leerlingen bedroeg hiermede ten minste 450. Er wordt geen Fransch geleerd. Voor deze en andere vreemde talen is de school op de Kanaalweg bestemd. Het onderwijs stond bijna op de hoog te der Nederduitsche school van Den Helder. P. Rijken en zijne ondermeesters, waaronder een bekwame kwekeling van Prinsen, wedijveren met evengenoemde school. Ook de lokalen waren zeer voldoende." Te Huisduinen was dit het geval niet. Het lokaal is vierkant en veel te klein voor 90 leerlingen. De tafels zijn oud en dubbel. De onderwijzer J. de Groot is ook oud en tevens ouderwetsch in zijne leer wijze. Het onderwijs stond er dan ook op een lagen trap." "Dit was het geval niet bij de school in het voor weinige jaren ingedijkte Koe gras (of Buitenveld). Het lokaal is te klein aangelegd en de tafels en banken zijn oud. In de Nederduitsche school van Den Helder en in die van Nieuwediep zijn de tafels en banken vernieuwd en de beste van de oude tafels heeft men in de school van het Koegras overgebragt. De actie- 91

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1991 | | pagina 26