88
Er waren wel bijzondere scholen, maar daarmee bedoelde men scholen van stichtingen ('t Nut, een
weeshuis) of particuliere scholen zoals kostscholen en zgn. Franse scholen, die niet uit de openbare
kas betaald werden (en dus veel duurder waren!).
Tenslotte waren er Franse scholen die door de gemeente gesubsidieerd werden, soms in de vorm
van (gedeeltelijke) salariëring soms door het beschikbaar stellen van een gebouw. Het schoolgeld
was uiteraard hoger dan op de "gewone" Nederduitse school (die kosteloos was voor kinderen der
armen).
Franse school
Ook in Den Helder was zo'n Franse school, die bezocht werd door kinderen uit de kleine midden
stand en iets hogere kringen. Er werd meestal veel meer gegeven dan wat extra Frans. Dit schoolty
pe was de voorloper van de HBS (uit 1963) met alle moderne talen, geschiedenis, aardrijkskunde,
biologie, wis- en natuurkunde.
Bevoegde onderwijzers
Van onderwijzers aan een Franse school werd sinds 1821 verlangd dat ze in het bezit waren van een
bevoegdheid van de tweede rang. In totaal waren er vier rangen: de vierde (laagste gaf aan dat de
onderwijzer kon lezen, schrijven en rekenen. Een onderwijzer van de derde rang had bovendien eni
ge kennis van de Nederlandse taal, die van de tweede rang had meer taalkennis en had tevens aard
rijkskunde en geschiedenis gestudeerd, en die van de eerste óók wis- en natuurkunde. Voor kennis
van de moderne talen werden door de overheid geen eisen gesteld.
In de praktijk waren er echter - vooral aan de wat duurdere scholen - die deze talen uitstekend
beheersten!
De opleiding van de eerste onderwijzers vond plaats in de praktijk, aangevuld door avondstudie
o.l.v. het hoofd der school.
Zodra de "kwekelingen" enig produktief werk leverden (pennen snijden, een lesje laten lezen) kre
gen ze enige vergoeding, meestal niet meer dan f 100,- per jaar. Als ze hun vierde rang bereikt had
den en een aanstelling als ondermeester kregen, ontvingen ze een "salaris" dat meestal niet veel
hoger lag dan f 200,- per jaar.
Daar stak de Franse schoolhouder Pieter Rijkers dan torenhoog bovenuit met (in 1837) een jaartrac-
tement van f 800,- (en tien stuivers per Franse brief).