1808. de laatste eveneens te Haarlem op 14 november 1810. In 1816 kreeg hij assistentie van Johan-
nes Cornelis Facée die op 4 september 1816 te Leiden afstudeerde als medicinae doctor.
Deze nam van dokter Boomsma de "armenpraktijk" over, die hij tot 1847 waarnam tegen een hono
rarium van gemeentewege van f 500,- per jaar. Naast zijn medische praktijk wist dokter Facée nog
tijd te vinden voor zijn studie. Op 9 juni 1819 studeerde hij te Gent af als "artis obstetricia doctor"
(verloskundige). In 1824 vestigde zich een derde medicus, Pieter Ruardi, aan wie te Haarlem admis
sie was verleend op 12 november 1819. In mei 1838 kreeg Adriaan Boomsma zitting in de gemeen
teraad, een functie die hij ruim 20 jaar zou vervullen. In 1847 werd hij tot wethouder en waarne
mend burgemeester aangesteld. Bovendien was hij president van de plaatselijke schoolcommissie en
regent van het Algemeen Weeshuis.Het leiding geven en besturen zat hem als 't ware in het bloed.
Toen rond 1850 sprake was van de bouw van een nieuw weeshuis en daartoe een beroep moest wor
den gedaan op de geldmarkt,
schreef hij voor een bedrag van f 5.000,- in op de totale lening van f25.000,-.
Na een 55-jarige uitoefening van de medische praktijk besloot hij op 31 december 1865 zijn werk
zaamheden te beëindigen. In alle stilte had zich een comité gevormd dat hem op die laatste dag van
het jaar de dank van zijn vele patiënten en de gehele Helderse gemeenschap kwam overbrengen, en
als teken van die dankbaarheid een speciaal voor deze gelegenheid vervaardigde gouden medaille
aanbood.
Eerder reeds had Adriaan Boomsma zich teruggetrokken uit zijn openbare funkties en in 1860 trad
hij ook af als lid van de gemeenteraad. Nog 7 jaar zou hij als rustend burger het wel en wee van zijn
gemeente met grote belangstelling volgen. Op woensdag 21 augustus 1872 meldde de Heldersche en
Nieuwedieper Courant zijn overlijden op bijna 84-jarige leeftijd.
Genoemde courant wijdde een gevoelvolle necrologie aan de geneesheer en bracht de huldiging van
1865 nog eens en herinnering, verwijzend naar de gouden medaille, die de geneesheer destijds was
aangeboden. Wie schetst echter de verwondering van onze verzamelaar, die niet een gouden medail
le ontdekte maar een fraaie bronzen plaquette.
M.M.J. Hoogenbosch
85
Deze illustratie toont
beide zijden van de
plaquette, die Adri
aan Boomsma bij
zijn afscheid ontving.