76 Voorteken De 17e eeuwse theoloog en medewerker aan de beroemde Statenvertaling van het Oude Testament Willem Baudart, ook bekend als de geschiedenisschrijver Gulielmus Baudartius (1565 - 1640) ver haalt in zijn memoriën 1620) onder meer over een walvis die in 1598 bij Katwijk was aangespoeld. De komst van zo'n wonderlijk dier werd in die tijd, evenals de verschijning van een bijzondere ster of komeet aan de hemel, gezien als een teken van naderend onheil. Vandaar dat de predikanten dan opriepen tot bekering van alle zonden waarmee de mensen God tergden, "tsij met afgoderije, val- sche godsdienst, hoererij, woecker, godtloose werken ofte soecken het eene huys aan het ander te brengen met quade financie ende practijcke, ofte te bewoonen in verachtinghe ende nalatinghe God's heilige Woort". Wanneer ergens een wonderteken geschiedt, zegt Baudartius, dan is het voor ons altijd een ernstige vermaning om ons leven te beteren. Hoewel Dirk Burger op andere plaatsen in zijn kroniek ook uiting geeft aan dit geloof - "de hand des Heren kan niemand keren", schrijft hij bij een ernstige muizenplaag - heeft hij in dit geval geen commentaar. Hij is kennelijk meer onder de indruk van het geld dat een handige tijdgenoot ermee verdiend had! Een niet nader genoemd persoon had de walvis blijkbaar gekocht van de eigenaar van het strand. Buizegat De scheiding tussen de jurisdictie van Huisduinen en Callantsoog liep oorspronkelijk door het mid den van het voormalige Heersdiep, ongeveer ter hoogte van paal 5. Over het Buizegat schreef Michiel Ruyse, procureur van de heer van Brederode (Callantsoog) in 1526, dat deze kreek toen ongeveer 1500 treden ten zuiden van het Heersdiep lag. Het was een niet- doorgaande kreek, die pas omstreeks 1500 was ontstaan op de plaats waar een haringbuis was gestrand. De zee had daarna om het wrak een gat gespoeld, dat anderhalve eeuw later blijkbaar nog zichtbaar was. Alles wat aanspoelde ten zuiden van de vroegere monding van het Heersdiep behoorde dus toe aan de "heer van Callantsoog". Nadat het Heersdiep geheel was dichtgezand "en somwijlen maar even te zien is" (1630) werd het Buizegat als strandscheiding beschouwd. Aan de oostkant van de Zanddijk werd de grens gesteld op 200 roeden (684 meter) ten zuiden van de zgn. levei (bij paal 11). Levei. een verbastering van het Franse levier hefboom, was een hoge paal halverwege de Zanddijk (1610), waaraan men een mand kon ophijsen om begin en einde van de werktijden voor de (klokloze) arbeiders aan te geven.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1991 | | pagina 11