55
MOORD IN KOEGRAS
Verhalen uit het buitenveld (1)
Hoewel het Heersdiep, de aan het eind van de 12e eeuw ontstane getijdegeul,tussen Callantsoog en
Huisduinen, reeds in het begin van de 16e eeuw een onbeduidend strandzwin was geworden,kwam
de verlanding en begroeiing van het Buitenveld (Koegras) eigenlijk pas goed op gang na de aanleg
van de Zanddijk (1610).
En hoewel ook vóór de aanleg van deze dijk telkens weer reizigers zich aan de tocht over de brede
strandvlakten tussen de voormalige waddeneilanden Callantsoog en Huisduinen hebben gewaagd,
werd de reis door de dijkaanleg wel vergemakkelijkt.
Tussen dijkvoet en "saddick", de uitgedolven sleuf binnendijks, was ruimte voor een soort karrepad,
waarlangs de reiziger zich veilig voor onverhoeds opkomend vloedwater kon begeven.
Veilig voor het water, dat wel. Maar de streek was eenzaam en verlaten. En dat kon betekenen dat
de reiziger overvallen werd zonder dat iemand daar verder iets van merkte.
Zo vertelt de 17e eeuwse kroniekschrijver Dirk Burger van Schoorel, in zijn later zo beroemd
geworden "Chronyk van de stad Medemblik" (1708), het volgende verhaal:
"1616. In de zomer is eenen Jan Gerritsz van de Myldyk, met eenig geld na Texel gegaan, van mee
ning zijnde om en deel lammeren te koopen, en in passant aan de Oude Sluis in de herberg komen
de, om eens te ververschen, vind aldaar een persoon van Thiel in 't gelag, die zoo hij zeide meede
dat heen wilde. Hier op maken zij makkerschap en gingen met malkanderen heen, maar pas over het
Koegras komende, op het vlakke zand, heeft de makker van Jan Gerritsz zijn hielzenuwen aan stuk
ken gehouwen, en alzoo deerlijk met verscheiden wonden vermoort."
Dat het verhaal waar is hoeft niet betwijfeld te worden. Want hoewel "meester Dirk" blijkens zijn
grafzerk op het kerkhof van Callantsoog in 1717 gestorven is en we ui notariële akten weten dat hij
in 1650 geboren moet zijn, heeft hij het verhaal wél "uit de eerste hand" gehoord, omdat hij een
groot deel van zijn leven chirurgijn was "aen de Groote sluys in 't ouwe Zijp"
Bovendien verantwoordt Dirk Abbestee, rentmeester en secretaris van Callantsoog en opziener van
's lands Werken te Huisduinen en Den Helder, in 1658/1659 drie pond (gulden) voor het huren van
paard en wagen om naar de Oude Sluis te gaan om daar een onderzoek naar de moord in te stellen,
gepleegd "omtrent het Koegras aan eenen Jan Gerrits". (Heerlijkheidsarchief Callantsoog no. 13).
Wat de aanleiding was tot dit (hernieuwde?!) onderzoek is niet bekend. Ook het rapport, dat Dirk
Abbestee ongetwijfeld gemaakt zal hebben, is verloren gegaan. Het is zeker niet onmogelijk dat
Dirk Burger wél kennis heeft gehad van dit onderzoek. Abbestee overleed nl. in 1688 en toen was
Dirk Burger al tien jaar chirurgijn in Oude Sluis.
De Mieldijk is een nog altijd bestaand dijkwegje dat vanaf het dorp Barsingerhom naar de Westffie-
se dijk loopt, ongeveer ter hoogte van de Barsingerweg in de polder Wieringerwaard (1610), Het is
volkomen logisch dat Jan Gerrits, na een stevige wandeling over de oude Westfriese zeedijk en de
Slikkerdijk (tussen de Zijpe en de Wieringerwaard), een "stop" maakte in Oude Sluis.