53 Anderhalve eeuw later worden de oevers van het Noordhollands kanaal nog steeds door de scheepvaart bedreigd. De tonnages zijn in de loop der jaren steeds groter geworden en de scheeps motoren steeds krachtiger, met als gevolg dat de walkanten werden aangetast door de wervelingen en stromingen die door de voorbij varenden schepen worden veroorzaakt. In het Alkmaarse gemeenteverslag over 1862 werd over de verbindingen te water het volgende ver meld: "De stoombootdiensten tussen het Nieuwediep, Alkmaar en Amsterdam van de heeren Zur Muhlen regtstreeks door het kanaal en van de heren Avis en Donker c.s. over Zaandam naar Amsterdam, zijn een groot gerief voor het reizend publiek". Negen schepen "doorgeiisd" Dat "grote gerief' werd 's winters vaak bedreigd door de vorst. De vroeg ingevallen winter van 1829/1830 bracht zoveel problemen mee, dat werd besloten om het ijs stuk te zagen en zo een open vaarweg tot stand te brengen. Negen koopvaarders lagen in Amsterdam te wachten om via Den Hel der te kunnen uitvaren naar verschillende bestemmingen. Twee schepen waren al in de eerste helft van december 1829 zeilree gemaakt om naar Suriname te vertrekken. Twee andere schepen moesten

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1990 | | pagina 21