6 Er was een goede verhouding tussen de vliegers en de Marine. Belangrijk hierin was de figuur van Hein Schmidt Crans, acceptabel voor iedereen. We waren natuurlijk wel een aparte unit en we deden alles zoals wij dat wilden, maar er was geen sprake van dat de Marine ons een strobreedte in de weg legde. Mijn technici hebben nog veel van het Marinepersoneel geleerd. Toen we nog op Eelde waren, za gen de vliegtuigen er niet schoon uit. Bij de Marine hadden ze alle leskistjes piekfijn opgepoetst. Ik heb niets gezegd, maar in de kortste keren zagen al onze D XXI's er uit om door een ringetje te halen Dpb Na een week, toen de spanning verslapte, vertrok de Afdeling naar Eelde en verbleef daar tot 6 januari 19^-0. In april had het Opperbevel redenen aan te ne men dat ons land hetzelfde lot als Denemarken en Noorwegen zou ondergaan. Beide landen kregen nl. op 9 april een Duitse invasie te verduren. De berichten via majoor Sas, waaraan men na november 1939 weinig geloof meer hechtte, bleken nu waar te zijn. In snel tempo werden de nodige maatregelen getroffen en opnieuw werd op 10 april de 1e JaVA ter bescherming van de Stelling Den Helder naar De Kooy ge dirigeerd. Een aanval bleef echter uit. Een maand lang is de Fokkerjager naast de lesvliegtuigen van de M.L.D. een bekende verschijning boven Den Kelder geweest. Veel Nieuwediepers hebben kunnen genieten van de capriolen van de machine, hoewel de twee-motorige G-1 meer tot de verbeelding sprak. De kleinste en de grootste Midden: dhrDoppenberg nu. Als jachtvlieger dacht je weinig aan het idee: wat ga je nou straks in de oorlog beleven? Wat wij veel deden was formatievliegen en dat kon je goed met de D XXI. Het was een fantastische machine, alleen wat moeilijk in de landing. Toen de D XXI gebouwd werd, hebben ze aan Soesterberg gevraagd of vliegers eens konden kij ken of de afstand tussen stoel en vizier wel goed was. Ze hebben de langste, dat was ik dan, en de kleinste officier gevraagd om te passen. De stoel stond te hoog, die hebben ze aangepast aan mijn lange lichaamsbouw! Jammer was het dat de D XXI's niet met radio's waren uitgerust. Toen we in Den Kelder waren, kregen we er vier, met keel-rnicrofoons en m'n kollega's konden me alleen verstaan als ik erg hoog sprak. Alleen de patrouillecommandanten hadden ze Dpb Geruime tijd vóór de oorlog uitbrak was er het één en ander merkbaar in en rond om het vliegkamp. Bij de ingang was o.a. een ondergrondse bunker gebouwd en rondom het veld waren wijde rioolbuizen geplaatst als bescherming voor de wachtposten. Met teer waren schijnstoten aangebracht en op bepaalde stukken van het veld waren stalen kabels gespannen. Langzaam kroop het moment van het Duitse offensief, "Fall Gelb", naderbij. In Nederland gold de hoogste waakzaamheid. Vanaf 8 mei moest de 1e JaVA tussen 03.15 en 01.00 uur met warmgedraaide motoren klaar staan. Het vliegkamp moest volledig verduisterd zijn. Tussen 20.30 en 03.15 uur hadden de bemanningen volledig rust. Lt. Doppenberg en zijn kollega's sliepen in de personeelsverblijven achter hangaar zuid. De voor 8 mei geplande aanval kwam echter niet, maar de maatregelen bleven van kracht. Dat bleek zeer verstandig te zijn!

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1990 | | pagina 6