30
Haar familie en vrienden woonden er. Toen dan ook aan het eind
van de middag de mededeling kwam dat Nederland gecapituleerd had,
was de teleurstelling daarover toch wat getemperd. Vol interesse
stonden we met alle bewoners van de Parallelweg te kijken hoe de
commandant van de militairen aan de overkant zijn manschappen op
de hoogte bracht van de capitulatie. Sommigen gooiden vertwijfeld
hun helmen op de grond. Inmiddels was het bijna 20.00 uur
geworden. De tijd waarop je je niet meer buitenshuis mocht
bevinden. Zou dat nu nog nodig zijn? De oorlog was toch zeker
overi Maar vader vond dat we maar beter het zekere voor het
onzekere konden nemen. Nauwelijks binnen zie hij: "kijk ze halen
de mitrailleur al weg". Mijn moeder en ik begaven ons
onmiddellijk naar een raam in de voorkamer en op datzelfde moment
gebeurde alles te gelijk. Een hevige klap, glasgerinkel: we lagen
achterover op de grond. Water liep op mijn hoofd (uit een vaas
met bloemen die omgevallen was). Wat was dit? Onweer, regen? "Een
bom", riep m'n moeder, "dat dat nu net bij ons moet gebeuren". En
toen, een blik op de Paralleweg werpend: "0, Kees we kunnen er
niet op handen en voeten uit, de hele Parallelweg ligt vol glas".
Nooit was het besef doorgedrongen, dat een bom meer schade aan
richtte dan alleen op de plaats waar hij valt. Omdat mijn vader
zich buitenshuis in een invalidewagen moest verplaatsen, was de
grootste angst bij ons altijd dat darmee iets zou gebeuren. Maar
als we er dan nog maar op handen en voeten uit konden In
middels had m'n vader vanuit de achterkamer de zaak duidelijk
overzien. Hij zag de bom vallen: twee militairen werden geraakt
waarvan er èèn is overleden. Ogenblikkelijk werd er geroepen
"Weg, weg, jullie moeten weg" Nu moest dus het zorgvuldig
ingestudeerde vluchtprogramma worden uitgevoerd. Door de tuin
deuren naar de "boet", vluchtkoffertas met papieren en dekens
op de wagen - m'n vader erin en wij (moeder en ik) er achter en
dan lopen maar Maar waar naar toe Nauwelijks buiten
werd er alweer geroepen: "terug, terug, jullie kunnen er niet
meer door - er komt nog veel meer". Weer binnen gooide mijn
moeder de dekens op de grond en daar zijn we onder gekropen. Met
z'n drieën dicht tegen elkaar aan, sidderend van angst bij elke
nieuwe klap. Tot er om een uur of tien geroepen werd dat we het
licht aan moesten steken en lakens uit de ramen hangen om aan te
geven, dat we ons hadden overgegeven.