29
Herinneringen aan de "meidagen 1940", wonend aan de Parallelweg
Vijftig jaar geleden, maar zo lang ik leef zal ik die ochtend
niet vergeten toen m'n moeder me om vijf uur wakker maakte en
enigszins opgewonden zei: "het is oorlog". "Oorlog"? "Jazeker,
er wordt de hele nacht al geschoten. Vader dacht eerst nog aan
een oefening, maar nee hoor, het is nu zeker, Duitsland is ons
land binnengevallen". Wat moet je je als kind van acht jaar bij
zo'n mededeling voorstellen? Het was mobilisatie al sinds het
eind van de laatste schoolvakantie. Aanvankelijk had dat ook een
v/at angstige sfeer geschapen, maar dat was allang over. Er waren
soldaten gekomen en die werden her en der ondergebracht, ook
schuin tegenover ons in een pakhuis van de firma Klercq aan de
Spoordijk. Zij hadden een loopgraaf gemaakt en recht tegenover
ons huis een "mitrailleur" geplaatst. Alles met elkaar had het
wat reuring in ons rustige stadje gebracht. En verder zou het
natuurlijk net zo gaan als in de jaren 1914-1918. Daar hadden
mijn ouders veel over verteld. Mijn moeder woonde toen in Rotter
dam en had daar nogal wat last gehad van de voedselschaarste.
Maar mijn vader, die toen een winkeltje dreef in Nieuwediep, had
het best gehad. En ook nu zouden we weer neutraal blijven. "Wil-
helmientje heeft een hart van prikkeldraad", klonk het voort
durend door de radio en ook "gaat u maar rustig slapen". En dat
had ik gedaan; ik was ingeslapen met de zalige gedachte dat het
bijna Pinksteren was en dat betekende tweede Pinksterdag met m'n
vader naar de Huisduiner kermis. Het besef dat dit uitstapje nu
niet door zou gaan, was denk ik voor mij het ergste. Keel stil
letjes hoopte ik nog op een wonder. Maar in plaats van in de
draaimolen te zitten, zaten we de komende dagen in de voorkamer
en keken toe hoe van tijd tot tijd de mitrailleur in stelling
werd gebracht en begon te schieten. Wel een beetje bij de ramen
vandaan dan voor de veiligheid!!! Toch waagden mijn vader en
ik het op de tweede Pinksterdag om, tussen het schieten door, een
kijkje te gaan nemen bij een goede kennis in de Spuistraat. Op
weg daarheen schrokken we hevig van een laag overscherend vlieg
tuig. Weer thuis gekomen vertelde m'n moeder, dat ze - terwijl ze
bezig was verduisteringspapier voor het bovenlicht van de tuin
deuren te maken - mensen in het vliegtuig had zien zitten met een
fototoestel. Dinsdag liep de spanning op. Door de radio werd
bekendgemaakt dat Rotterdam brandde. Vooral moeder raakte daar
door van streek.