Een onvergetelijk hoogtepunt van zo'n happening in de Polder was het feit, dat de commandant van het 21e Grensbataljonbekend onder de bijnaam "Kop en Kont" letterlijk over het paard werd getild en uit de vaart moest worden gevist. Maar tussen al die gemoedelijke bedrijven door werden de telexberichten steeds dreigender. En de tijd waarin we door middel van deze wonderbaarlijke apparatuur tijdens de nachtelijke uren "bakken" uitwisselden met bedieners op andere stafbureaus was na de barre mobilisatiewinter voorgoed voorbijDe berichten werden alsmaar dreigender; meermalen dachten we dat "het" zo ver was. En dan mochten volgens onze baas Luitenant, Mr. F. de Stoppelaar - de man die niet lachen kon - de burgers non combattanten, het voor gezien houden. Onvoorstelbare gedachte: al degenen waarmee je ruim twee jaar lang was opgetrokken, op afstand aan het werk te zien tot heil van het vaderland. Niemand legde mij dan ook iets in de weg toe ik, toen het echt zo ver was, "dapper" meehielp om nog wat spulletjes over te brengen naar fort Oostbatterij dat de staf een veilige bedrijfsvoering zou moeten garanderen. Eindelijk was ik dan ook "binnen"Nooit heb ik durven vermoeden dat op deze wijze een einde aan mijn nieuwsgierigheid zou komen. Veel gelegenheid tot peinzen werd er niet geboden. Degenen die buiten een kijkje waren gaan nemen naar wat de Duitse vliegeniers in het Marsdiep tjoempten, moesten - vanwege het inslaan van mitrail leurkogels - het "dekking zoeken" in praktijk brengen. Kil en vochtig was het in de onderkomens; de krant die het vrij opti mistische oorlognieuws bracht, zat na verloop van enige tijd aan de tafel vastgeplakt. Geen wonder dat, als het maar even kon, de heerlijk koesterende werking van de zon werd opgezocht, want het weer was prachtig. Ondertussen kon je in de lange gangen, zoals dat heet, je kont niet keren vanwege de spullen die de uit de Wonsstelling teruggetrokken troepen hadden meegesjouwd. Nieuws gierigen hadden al heel gauw door dat sommige kisten heel waarde vol spul bevatten dat het bekijken ten volle waard was. En ik zal er geen eed op durven zweren dat er, tijdens de verwarring die er na het binnenkomen van het capitulatie-bericht heerste, niet hier en daar een flinke greep in de zakken van onbevoegden verdween. En dan was er de ontmoeting met de vijand; het was aapje kijken geblazen naar de piloot die totaal over de rooie was omdat hij zich door een stelletje beunhazen uit het luchtruim had laten kegelen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1990 | | pagina 23