22 Maar eens houdt het glijden op; de jaren des onderscheids zijn aangebroken, onverbrekelijk verbonden niet de strijd om het bestaan, want we schrijven begin dertiger jaren. Twaalf ambachten, goedgeteld waren het er wel wat meer, werden mijn deel. Tot er een degelijke kruiwagen kwam opdagen en een bescheiden schrijversbaantje op het Hoofdkwartier van de Stelling van Den Helder de kans op hoopvolle toekomstverwachtingen zou kunnen bieden. Met het binnenkomen van het telegram "Bijzondere Oproep Uitwendige Veiligheid" kon ik er van verzekerd zijn voor lopig brood op de plank te hebben en een interessante periode wereldgeschiedenis tegemoet te gaan. Het werd een onvergetelijke periode. Nederland mobiliseerde en Chef Staf Landmacht verhuisde naar de school aan de Hoofdgracht en we moesten wachtwoorden uit het hoofd leren: "schijvenschuurder" en "schapenscheerder". "Schuinsmarcheerder" was een uitvinding van de troep zelf en werd officieel verboden. Onverdroten werd er jacht gemaakt op de vijfde colonne die met niet te achterhalen lichtsignalen werkte en in het niet verdwijnende parachutisten liet neerdalen. En na verkregen toestemming van commando luchtverdediging (geen eigen materiaal raken) mocht er op ons luchtruim schendende vliegtuigen worden geschoten. De jongens van 25-tl. op Huisduinen gaven ook niet opgeleiden een kans: wapenbroeders mochten tegen het aan bieden van een cantine-consumptie een laatste afvuurhandeling verrichten. Doch de spanning steef en Chef Staf Uijterschout bad dagelijks om materiaal, terwijl overste van Es, alias "Hap Zuur kool" er urenlang om vloekte. Uiteindelijk kwam er in de duinen een batterij 8-staal (als ik de benaming wel heb) en die gaf sensatie. Want volgens de liggende vreters, de populaire aandui ding van de kustartilleristen, was het afgevuurde projektiel met het blote oog te volgen; dat je het hardlopende bij kon houden moet als een verzinsel worden beschouwd. Om het moreel hoog te houden waren er cursussen, lazen we tegen betaling van drie cent het door hogerhand geredigeerde en derhalve zeer kuise soldaten- blad "De Wacht". Op eigen initiatief zaten we nachten lang te kaarten met de Jannen van de Marinekustwacht en werd er regel matig een verloting gehouden: bij toerbeurt mocht na het innen van elf dubbeltjes een gulden aan een winnaar worden uitgekeerd. En dan natuurlijk de enerzijds hoog gewaardeerde en anderzijds zwaar verfoeide parades.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1990 | | pagina 22