-
15
De week die ik nimmer vergeet!
De dagen rond de tiende mei van het jaar 1940. Acht maanden reeds
woedde de oorlog rond om ons. De Polen waren verslagen en hun
land was lafhartig door de Duitsers en Russen verdeeld. Noorwegen
en Denemarken waren overweldigd en bezet. Maar terwijl de artil
lerieduels tussen de Maginot- en de Siegfriedlinie voortduurden,
heerste er in België en ons land rust; rust, maar met het geweer
aan de voet. Zaterdag 4 mei, maakte onze minister-president
bekend dat het Tweede-Kamer-lid Rost van Tonningen met 20 andere
personen op grond van hun persoonlijke gedragingen waren ge
arresteerd. Al zegt de minister het niet, iedereen weet dat Rost
met zijn vrienden de kopstukken zijn der NSB en dat hun arresta
tie dan wel in verband zal staan met aktiviteiten van hun partij
Een geruststelling dat de regering eindelijk maatregelen neemt
tegen deze raddraaiers, maar alleen, waarom Mussert niet? Zouden
ze in Den Haag bang zijn voor Nazi-Duitsland en uit vrees om onze
neutraliteit in gevaar te brengen, geen rechtstreekse aanval op
de bende van Mussert durven ondernemen? Op 7 mei loopt Hr.Ms Van
Galen na jaren dienst te hebben gedaan in de Oost, het Nieuwediep
binnen. Terwijl de bagage der bemanning gedeeltelijk van boord
wordt gehaald, komen tankers langszij met brandstof en wordt
gestart met het innemen van munitie. Het schip moet zo snel
mogelijk weer naar zee ter bescherming van onze kust en zeegaten.
Alles wat varen kan is in aktieve dienst en de miljoenenhoek
tegenover de Zuidstraat is leeg. Onwillekeurig gaan m'n gedachten
bij het zien van dit alles naar de Luxemburgse wapenspreuk "Mir
wolle blive was mir sind". Een dag later worden alle militaire
verloven ingetrokken. De zeemiliciens der lichtingen 1927 en 1928
en alle klein-verlofgangers moeten direct opkomen. De maatregel
beklemtoont de ernst van de toestand ofschoon de vraag zich
opdringt, wat al dat vlootpersoneel hier moet doen. Alle schepen
en scheepjes zijn reeds op oorlogssterkte gebracht en de kazernes
en logementschepen zijn meer dan vol. Het is de tiende mei als we
1s morgens om 4 uur gewekt worden door geronk van viegtuigen en
uit de ramen hangende, zien we hoe die vliegtuigen voorwerpen
droppen in het Marsdiep terwijl in de haven liggende schepen een
hevig mitrailleurvuur op hen openen.