53
ADHIRAAI VER HUEIL EN DEN HELDER.
Met de herinnering aan de verwarde en onzekere berichtgeving rond de
capitulatie van de bezettende macht in de meidagen van 1945» voor velen
van ons nog vers in het geheugen, is het niet zo moeilijk om ons te ver
plaatsen in de situatie van onze voorouders die in de novemberdagen van
1813 binnen de ste'ling van Den Helder hun 'voonplaats hadden.
C-eruchten over de Franse neder
laag bij Leipzig op 18 oktober
1813 gingen van mond tot mond.
De legers van de verbonden mogend
heden rukten op naar Parijs en de
Franse troepen ontruimden de be
zette gebieden om terug te trekken
op hun eigen vaderland. Zou de
bevrijding van de Franse dwingelan
dij dan eindelijk komen?
In Amsterdam zouden de douaniers
zijn gevlucht en de douanéhuis jes
in brand gestoken. Van de kerkto
ren aan Den Hoorn op Texel zag men
de driekleur wapperen doch voor
Den Helder lag een Frans-Ho1landse
vloot voor anker onder bevel van
de admiraal Garel Hendrik Ver Huell
en dat weerhield hen aan hun vreug
de uiting te geven. De equipage aan
boord van het eskader zag en hoorde
dit alles eveneens en om moei! :;k-
heden te voorkomen gaf hij bevel om
de schepen in het Nieuwediep te
doen meren en aan de Nederlandse
manschappen - zo zij dat wensten -
verlof te verlenen. Dit kon voor
de burgerij moeilijk ongezien blijven
en demonstraties bleven dan ook
niet uit. Generaal-majoor Mayer, de
Franse co-missaris van politie,
protesteerde bij Ver Huell. Hij vreesde rellen en eiste da.t Helder en Huisduinen
in staat van oproer werden verklaard. Waar maakte de man zich bang voor?
Van de vloot waren de Nederlandse bemanningen grotendeels afgezwaaid. Vat
aan boord was overgebleven wareh Franse militairen en die zouden zeker geen
oproer veroorzaken. En de Helderse burgerij? Ingesloten tussen de forten
Korland, La Salie en 1'Scluse en de gemeenschapslinie zouden zij zich wel
tweemaal bedenken aleer zij tot rebellie zouden overgaan. Ten einde iedere
twyfel aan zijn trouw aan de keizer weg te nemen besloot de admiraal op 16
november 1813 toch de staat van beleg af te kondigen. De forten \^erden ver
sterkt met officieren en manschappen van de in het Nieuwediep liggende oorlogs
schepen, de barrierre werd gesloten en om de verspreiding van geruchten en
valse berichtgeving te voorkomen, verbood hij alle kontacten met het achterland.
Toen de ontvanger van de imposten, de heer L» Schoon, op 18 november zijn
kantoor sloot en het bord met de Franse adelaar liet weghalen, beval Ver Huell
hem zijn werkzaamheden direkt te hervatten en waarschuwde hij opnieuw voor ver
st oring van de openbare orde
Bevreesd voor een strijd tussen Nederlanders en Fransen binnen de vesting
wat een mogelijke vernieling van de fortificaties en de kostbare vloot ten
Ad mi mal Ver Huell