63 Hel lid van on?.e venerug ing, de heen Q. van den Bung uil Hikman, auleun van Hel onlang* vend dienen boek "B/een %.ee ie hoog voo/i bengennedden* en Iepen*"bood voon. on* veneniging*blad een doon hem ge* duieven bijdnage aan oven hel vengaan van hel Üuil*e "Hendia" in 1Jü6 in de Haak*- gnanden bij. ben Helden, welke bijdnage wij. -onden dankzegging aan de aulean- hlenanden opnemen. MET DE "SERBIA"- LIEP HET SLECHT AF. SCHIP VERLOREN, LADING GEBORGEN. Door slechte navigatie strandde in de nacht van 14 «januari 1906, tijdens stormweer, het Duitse stoomschip "Serbia" in de Zuiderhaaksgronden, even be zuiden de ingang van het Westgat. De dienstdoende stuurman had het licht van de vuurtoren van Huisduinen aangezien voor dat van het lichtschip "Haaks". Volgens verklaring van de kapitein was het schip op 12 januari uit Le Havre vertrokken, alwaar een klein deel van de lading was gelost. Vanaf de East Goodwin werd koers gezet naar Texel. Na het passeren van Scheveningen ging de kapitein ter kooi. Hij gaf de stuurman opdracht te waarschuwen als het vuur van Kijkduin (Huisduinen) m zicht zou komen. De stuurman verzuimde echter de kapitein tijdig te waarschuwen en toen deze gewekt werd was het te laat en zat het schip op een zandbank in de beruchte Haaksgronden. De "Serbia", een schip van 3705 bruto register ton, was in 1894 gebouwd op de werf "Flensburger Schiffsbau Gesellschaftte Flensburg. Lang 108 meter en breed 12.80 meter en met een stoommachine met een vermogen van 1300 ok. In Yokohama en in andere havens in China en Japan had het schip een gemengde lading, oestaande uit katoen, kaneel, peper, indigo, sesamzaad, lamahuidjes en thee, ingenomen. Een kostbare lading, want de waarde werd op meer dan anderhalf miljoen gulden geschat. Onmiddellijk na de stranding probeerde de kapitein van de "Serbia" het schip op eigen kracht vlot te brengen, hetgeen echter mislukte. Door het stoten on de zandbank raakte het schip ernstig lek. Kort daarna zag de lichtwachter op de toren van kustwacht Kijkduin vuurpijlen, die door de bemanning van de "Serbia" werden afgeschoten. Nadat door hem de plaatselijke commissie van de reddingmaatschappij en de agent van het bergingsbe drijf Zur Muhlen waren gewaarschuwd, stoomde om 05.00 uur de radersleepboot "Hercules", met de reddingboot onder schipper Dorus Rijkers op sleeptouw, de haven van Den Helder uit en zette koers naar het gestrande schip. Bovenwinds van de "Serbia" werd de tros tussen sleep- en reddingboot losgegooid, waarna Rijkers en zijn mannen door een hoge en woeste zee naar de "Serbia" roeiden. De "Hercules" ging in de nabijheid voor anker. Toen de reddingboot langszij van de vrachtvaarder was gekomen begon het weer juist iets te verbeteren; de wind nam in kracht af. De oemanning van het vrachtschip kreeg toen van de kapitein geen toestemming meer het schip te verlaten. Ka drie kwartier langszij te hebben gelegen brak te tros waarmee de redding boot aan de "Serbia" vastzat en dreef door de harde west-noord-westen wind en de sterke stroom weg. Rijkers, die het gestrande schip niet meer kon bereiken en bovendien wist dat de bemanning geen toestemming kreeg om in de reddingboot te stappen, keerde daarop zeilend naar Nieuwediep terug. Toen om 10.00 uur van die morgen de wind weer in kracht toenam, seinde de bemanning van de "Serbia" dat men nu wèl het schip wilde verlaten. De "Hercules", die steeds ter plekke was gebleven, ging ankerop en stoomde naar de haven van Den Helder om de reddingboot op te halen. Inmiddels was de sleepboot "IJmuiden", met op sleeptouw een grote haringvlet met schipper A.Y. Kuiper en dertien vletterlieden en de bergingsvlet van de maat schappij Zur Muhlen onder schipper C. Bot sr. en tien bemanningsleden (waaronder G. Bot jr.), de haven uitgestoomd. De "Hercules" nam deze vletten van de "IJmuiden" over en sleepte ze naar de "Serbia". Met de twee vletten werden 43 van de 47 op varenden van de "Seroia" gehaald en naar de "Hercules" gebracht, die de schip-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1989 | | pagina 15