De Fransen hadden lange tijd geleden onder het verval van de Nederland
se Republiek, die ooit een belangrijke leverancier van allerhande grond
stoffen was geweest.
De behoefte aan strategisch gelegen, bruikbare havens, die bovendien
goed verdedigbaar waren, was derhalve groot voor de Nederlanders en de
Fransen die het hoofd moesten bieden tegen de Engelse maritieme over
macht. Door de kwetsbaarheid van de havens in het Delta-gebied(verzan
ding! )en de geïsoleerde ligging van de Zuiderzeehavens(het Marsdiep kon
simpel worden afgesloten), waren de voordelen van Den Helder met zijn
getijdestroomhaven spoedig geteld. Aan het Marsdiep werden spoedig wer
ken uitgevoerd die aansloten op voorzieningen die al eerder aan het
Nieuwediep waren aangelegd. De verdedigingswerken ter dekking van de
haven aan het Nieuwediep blijven voorlopig nog in een vrij primitief
stadium. Een ommissie die aan het licht komt, wanneer de Engelsen en
de Russen in augustus 1799 een landing uitvoeren op de kust bij Grote
Keeten. Den Helder valt, mede door toedoen van een muiterij op de Ba
taafse Vloot van admiraal Story, spoedig aan de Engelsen ten prooi.
Hoewel de invasie door de Franse en Bataafse troepen onder aanvoering
van generaal Brune en generaal Daendels, na enkele weken tot staan,
wordt gebracht, zullen de Engelsen Den Helder pas in oktober 1799
weer ontruimen.
Daarna worden al vrij snel plannen ontwikkeld, onder meer door Jan
Blanken, om Den Helder met fortificaties te versterken. Blanken komt
ook met de eerste plannen voor de Rijkswerf. Enkele jaren na de eerste
plannen van Blanken uit 1801, zal keizer Napoleon zich persoonlijk
beijveren voor de ontwikkeling van zijn "ville navale du Helder".
Op 15 en 16 oktober 1811 onderneemt Bonaparte zelfs een inspectie
reis naar Nieuwediep. De uiteindelijke voltooiing ervan heeft de kei
zer niet meer mogen meemaken, om inmiddels welbekende redenen.
Dat Den Helder een voorname plaats heeft ingenomen in de Franse plan
nenmakerij, mag onder meer blijken uit de aanwezigheid van een goed
gedocumenteerd archief, dat ligt opgeslagen bij de Franse Genie in
het Chateau de Vincennes. Ook het bestaan van de "rue du Helder", in
het hart van Parijs en ontstaan in 1799, is e^r aanduiding voor het
belang dat ooit aan Den Helder werd gehecht.
Het is mijns inziens te verantwoorden, indien men zegt dat de opkomst
en ontwikkeling van Den Helder in belangrijke mate te danken is ge
weest aan de veranderde internationale verhoudingen na 1789» Die ont
wikkeling is bovendien bevorderd door de systematische en planmatige
aanpak van een krachtig centraal bestuur, dat uiteindelijk na 1805
steeds nadrukkelijker vanuit Parijs werd gedirigeerd.
Hopenlijk zal er in de komende jaren een groeiende belangstelling
ontstaan voor de bestudering van deze, voor onze stad zo cruciale
periode.
Als de Franse Week daartoe mag bijdragen, dan wordt daarmee aan een
belangrijke doelstelling beantwoord.
Martin van Kralingen.-