het College de France en de Sorbonne. Van 1333 tot 1848 was hij kamer lid. Als chemicus werkte hij onder meer samen metGay Lussacfde gaswet!!) Thênard moet welhaast bekend zijn bij chronische kiespijnlijders, want hij waS de ontdekker van waterstofperoxide. Aan een andere ontdekking, het Thénards-blauw, is zijn naam verbonden, al kennen wij dit vooral on der de naam kobaltblauw. Wie van planten houdt, die kent de bougainvilleaontdekt door een an dere vermaarde bewoner: Louis Antoine comte de Bougainville1729-1811 Deze trad in 1763 in dienst bij de marine en werd ontdekkingsreiziger. Hij ontdekte de lies des MalouinesCbeter bekend als de Falkland-eilan- den) en maakte van 1766 tot 1769 als eerste Fransman een beroemde wereld reis via Straat Magelhaes, waarbij hij vele eilanden in Polynesié be zocht. In het laatste ligt zijn grote bekendheid besloten. Zijn reisver slag "Description d'un voyageautour de monde"(2 delen, 1771-1772)levert de bevestiging voor de filosofische uitgangspunten van onder meer Rous- seau inzake het hoge morele niveau van de natuurmens("le noble sauvage") Niet alleen de wetenschap heeft ooit wortel geschoten in de rue de Hel der, ook de andere muzen waren er vertegenwoordigd in de persoon van Ma- rie Saucerotte, bijgenaamd juffrouw Raucourt. Als briljante kostleer linge was zij terechtgekomen bij de Comédie-Francaisewaar zij Napoleon tot haar aanbidders mocht rekenen. Bonaparte belastte haar met de lei ding van de Franse theaters in zijn koninkrijk Italië. Juffrouw Raucourt huurde in oktober 1811 een vier-kamers appartement op rue de Helder num mer 2, op de derde etage. Daar overleed zij op 15 juni 1815» 59 jaar oud De begrafenis ontaardde in een zuivere rel, doordat het kerkbestuur van de Saint-Roch weigerde om de lijkkist van de gevierde overledene binnen te laten. Toen het muitziek volk de agressie vervolgens botvierde op de deur en ramen van de kerk, kwam het hoogste burgerlijke gezag tussenbei de. Doordat Lodewijk XVIII zijn hofaalmoezenier n.-.ar de kerk stuurde, kon de plechtigneid alsnog een ordelijk verloop krijgen. Eveneens op nummer 2, op de eerste etage, boven de wapensmid Desvismes, zou zich vanaf 11 juni 1833 een illuster gezelschap vestigen: de "So- ciété dencouragement pour' ÏL1 amélioration et le perfectionnement des races de chevaux de France""Maatschappij ter bevordering van de vere deling en de vervolmaking van de Franse paardenrassen"). Opgericht door een aristocratisch gezelschap, onder wie Lord Seymour, graaf Caccia, graaf Damidoff, Charles Laffitte en de prins van Moskawa. De hertogen van Orlêans et de Nemours werden benoemd tot erevoorzitters. Spoedig vormde men een sociëteit, de Jockey-club, die zou uitgroeien tot een van de meest populaire heren-clubs in Parijs. Al was het spelen van roulette en van het trente-et-quarante-spel in de speelzalen verboden, het was er desalniettemin goed toeven. Voor slechts zes francs kon men er een kompleet diner nuttigen, wijn en koffie inbegrepen. Op nummer 11 zetelde enige tijd de redaktie van het tijdschrift Le Voleur, uitgegeven door Emile de Girardin, publicist en politicus. Girardin, die van 1836 tot 1857 redakteur was van het dagblad La Pres- se, was aanvankelijk begonnen als burgerlijk republikein en eindigde ten slotte als Bonapartist(d.i. aanhanger van -de partij van de orde van Louis Bonaparte, neef van Napoleon I die via een staatsgreep op 2 december 1851 aan de macht kwam en zichzelf vervolgens kroonde tot keizer Napoleon III). De laatste bekende bewoner die wij beschrijven, woonde ooit op nummer 17. Het v/as niemand minder dan Louis Eugène Cavaignac1802-1857bij leven bekend pis generaal, republikeins politicus, gouverneur van Al gerije en - in 1 848 - minister van oorlog. Van juni tot december 1848 Was hij minister-president. Gehaat bij het gewone volk van Parijs,om dat hij persoonlijk opdracht gaf voor de bloedige onderdrukking van de Juni-opstand van het Parijse proletariaat in 1848. Op 2 december 1851 moest Cavaignac er zelf aan geloven, toen hij in verband met de staatsgreep van Louis Bonaparte van zijn bed werd gelicht. Voorwaar een - vanuit historisch oogpunt beschouwd - boeiende straat, - met -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1989 | | pagina 15