Andre Nuyens
kerk, café Meereboer, fietsenmaker
Jonker, kruidenier Mul en de boerderij
van Vethaak in de richting van de
Halvemaansbrug. Voorbij de kruising
met de Munnikenweg ligt links het
weiland van Stroomer waar over
een week de kermis staat. Ze zijn al
druk bezig met de opbouw van de
zweefmolen en de schommelschuitjes.
Ik hoop dat de kraam met vliegtuigjes
ook weer van de partij is.
Het stuk na de kruising is een open
stuk met links en rechts weilanden,
maar het is windstil en zonnig. In de
bocht staat het bordje ‘Oudorp’; nog
even en ik ben bij de brug. Onder
aan de brug hoor ik ze al in het water
schreeuwen. Boven op de leuning van
de brug staat iemand op het punt in
het water te duiken. Ik leg mijn fiets op
de dijk en kleed me rechts van de brug
achter de dijk om. Aan de andere kant
van de brug kleden de meisjes zich
om. Na vijf minuten lig in het warme
water en ben ik al een paar keer van
de schuine stenen rand van de brug af
gedoken. Dan komt er een jacht langs.
Er wordt flink met water naar het dek
gespat en soms wordt een graszode
vanaf de brug vlak vóór de boot in
het water gegooid. We lachen om de
modderspetters op het witte boord,
de woedende blik en het geschreeuw
van de schipper. Zelden draaien ze
om en doen ze dat wel, dan zijn we in
geen velden of wegen te bekennen.
op kunt klimmen en waar je heerlijk
vanaf kunt duiken. Komt het misschien
omdat hier minder ruimte is voor een
grote groep? Afijn, daar maak ik me nu
niet druk om. Ik lig in het water en kijk
naar de blauwe lucht. Het is vakantie,
de zomer duurt nog eindeloos lang en
voorlopig gaan we nog niet terug.
‘Zullen we door de slootjes naar de
Kippenbrug?’ oppert iemand. Met een
groep van zo’n tien man steken we,
na het damhek, aan het eind van de
met kinderhoofdjes bestrate Breelaan
door de weilanden van boer Vethaak
schuin over naar de Kippenbrug. In
onze zwembroek, ’t liefst over houten
damhekken en houten bruggetjes,
maar dat is niet overal mogelijk. Soms
springen we met gemak over kleine
slootjes, maar hier en daar zijn de
sloten zeker een meter of vier breed.
Toch wordt door ons allen manmoedig
een poging ondernomen over de
vaart te springen. De sloten bestaan
uit een dun laagje water en zeker een
meter waterprut. Soms is het water zo
helder, dat we de meest kleurige
salamanders ontdekken. Het is
schitterend om te zien hoe een
dorpsgenoot op tweederde van
de vaart in de sloot belandt en
onder de prut op de wal klimt.
Tot ik zelf aan de beurt ben en
hetzelfde lot onderga. Kopje
onder zelfs en met kroos in het
haar kruip ik uit de sloot.
We passeren het ondergelopen
land van Morsch, waar een kleine
watermolen wanhopig zijn best
doet het landje droog te malen en
waar we in de winter weer zullen
schaatsen. Links van ons zien we
de molen van Kieftenburg. We
ploegen ons door de laatste brede
vaart en klimmen via ’t Wuiver de
dijk op naar de Kippenbrug.
Bij de Kippenbrug
zwemmen we
minder vaak dan bij
de Halvemaansbrug.
Maar hier zijn wel
meerpalen waar je
e kippenbrug met rechts de molen van Kieftenburg. Op
de achtergrond het toen nog idyllisch gelegen Oudorp.
KRONIEK VAN OUDORP 2018»33
et watermolentje op het land van Morsch. Links van
de molen een aantal hooiklampen.
Mul. Daarvóór het weiland van Stroomer. Op de hoek werd de omheining
tijdelijk verwijderd om toegang te verlenen voor de kermis.
De schrijver van dit artikel, André Nuyens,
was zoon van hoofdonderwijzer FNuyens die
naast de vroegere Sint-Jozefschool woonde.
André was tot zijn pensionering leraar Frans
op een middelbare school in Hoorn. Daarnaast
is hij kinder- en jeugdboekenschrijver Zijn
boek 'De geheime SMC’ is deels autobiografisch
en gaat over zijn jeugd in Oudorp. Van dit boek
is onlangs een 2e druk verschenen.
J. -
Rechts van de twee kinderen kruidenier
Rechts: fietsenmaker Jonker.