Geacht Bestuur, “Geachte heer, Hoogachtend, b en w staat bewaard gebleven, zodat het zeker te overwegen zou zijn deze te conserveren, zoals bijvoorbeeld ook met de in de nabijheid gelegen “Nieuwendoorn”is geschied. Op deze wijze zou een fraai recreatieterrein, op de grens der gemeente, tegen een achtergrond van zeer fraaie molens kunnen worden verkregen. In de jaren hierna is het idee van de conservering in ambtelijke en archeologische kringen nader onderzocht. Een van de ideeën was om de fundamenten van het kasteel op te metselen, zoals ook was gebeurd met het slot Egmond. In februari 1977 werd er zelfs een excursie gepland naar een steenbakkerij in Kerkdriel om zich aldaar te oriënteren op welke kloostermoppen eventueel gebruikt zouden kunnen worden voor een gedeeltelijke wederopbouw van de Nieuwburg. Behalve de archeologische commissie namens de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, die onder leiding stond van Cordfunke, werd ook de Nederlandse Kastelenstichting betrokken bij de plannen. Ze boden schriftelijk hun diensten aan bij de conservering. In februari kreeg deze erfgoedstichting avant la lettre op 15 februari 1977 het volgende antwoord van het College van B&W van Alkmaar: Het ontwikkelingsteam Oudorperpolder-Noord heeft uw bovenvermelde brief aan ons voorgelegd. Deze geeft ons aanleiding u mede te delen dat wij ons zeer bewust zijn van de waarde van de kasteelfundamenten van de Nieuwburg en de Middelburg. Een in onze gemeente functionerende archeologische commissie bestudeert sinds enige tijd de mogelijkheden om deze fundamenten boven het maaiveld zichtbaar te maken en in het groengebied van de Oudorperpolder in te passen. Wij stellen het zeer op prijs dat wij hierbij van uw kennis en ervaring gebruik mogen maken en zullen u dan ook binnenkort voor een gesprek met de archeologische commissie uitnodigen. Dat men het binnen het gemeentelijk ambtenarenapparaat niet eens was over wie nu het voortouw moest hebben inzake de besluitvorming blijkt uit de handgeschreven vraag van een van de behandelende ambtenaren bij deze laatste zin in de brief, waarin wordt verwezen naar het gesprek tussen de Kastelenstichting en de archeologische commissie. ‘Stelt die cie. daar prijs op?’ Mijn naam is Sebastiaan Ronald Bakker. Ik wou het volgende onder Uw aandacht brengen. Daar ik al een tijdje met een plan rondloop, om Oudorp zowel als Alkmaar een nieuwe opbloei te geven dat het neer tourisme zal trekken, ben ik op het volgende gekomen. En wat de (on)zichtbaarheid van de Middelburg betreft: de argeloze bezoeker aan de Oudorperpolder zal een weiland zien omringd door een sloot. Met een beetje mazzel valt het oog op het bordje met de historische informatie, maar ook daar is alles mee gezegd. Op deze manier is de beleving van de geschiedkundige importantie van het Zeswielengebied bijna nihil. En dat is jammer, zeker als je weet wat hier allemaal is voorgevallen. Toch is het verlangen om meer van de Nieuwburg terug te zien nooit helemaal gedoofd. Met de regelmaat van de klok is er sprake van een nieuw initiatief om iets bijzonder te doen met de resten die in de bodem zitten. Een van de meest sympathieke voorstellen is te lezen in een brief van 1 augustus 1988, die bij de toenmalige Alkmaarse wethouders P. IJssels op zijn bureau belandde. Het schrijven begon met: In Oudorp heeft het Kasteel of Burgt gestaan van Floris de Vijfde. Ik zou graag het Kasteel opnieuw opbouwen, desnoods in een nieuwe vorm. Daar ik al een tijdje werkeloos ben als timmerman en heb lopen denken wat ik misschien kan doen in cultuurhistorisch opzicht niet wat mager is. Bij de brug staat een bordje waarop iets over de geschiedenis van de Nieuwburg vermeld staat en dat is het... Uiteindelijk is er gekozen voor een variant waarbij de archeologische resten in de bodem geconserveerd zouden worden en de contouren van het kasteel plus muren en bebouwing middels bestrating is aangegeven. Er kwam een bruggetje naar de binnenring van het Nieuwburgterrein. Tegenwoordig is het vooral een favoriete plek om je hond even lekker te laten rondrennen en te laten spelen met andere honden. Niks mis mee, maar je zou je wel kunnen afvragen of het kennis en stellen het zeer op prijs ,dat wij hierbij van uw ervaring gebruik mogen maken en zullen u dan ook binnenkort voor een gesprek met de archeologische commissie uitnodigen. De afwijzing is duidelijk. KRONIEK VAN OUDORP 2018»23 K Kritisch vraagje ambtenaar.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek van Oudorp | 2018 | | pagina 23