II 1? PT I 'i- Definitieve toezeggingen Op 16 mei 1863, nadat het Rijk en de provincie de definitieve bijdragen hadden berekend op fl. 2496,00 elk, besloot de raad dat een dankbetuiging aan de koning op zijn plaats zou zijn: Aan Zijne Majesteit de Koning. Sire! De Raad der gemeente Oudorp, Provincie Noord-Holland, erkentelijk voor het gunstige besluit dat Uwe Majesteit onder dagtekening van 11 April op ons raadsverzoek om toepassing van art. 36 der wet op het lager onderwijs op deze gemeente bij den bouw eener nieuwe school en onderwijzerswoning, heeft gelieven te nemen door haar een rijkssubsidie van f2496,00 te verleenen, welk bedrag door een gelijke som uit de provinciale kas zal worden verdubbeld, veroorlooft zich Uwe Majesteit daarvoor zijnen nederigen dank te betuigen.’ Burgemeester en wethouders pakten gelijk door en lieten de raad een nieuwe begroting voor het jaar 1863 goedkeuren. Een begroting die bijna driemaal zo hoog was als normaal. Men verwachtte aan kosten fl. 8598,00 te moeten uitgeven, terwijl de inkomsten werden geraamd op fl. 8595,09%. Tot op de halve cent nauwkeurig dus! Daarna diende de burgemeester zijn plan voor de geldlening van fl. 3500,00 in. Het bedrag was de som van het tekort aan bijdragen voor school en onderwijzerswoning van fl. 2500,00 en het geld dat de gemeente zelf Inwijding en vertraging Het schoolgebouw was de eerste fase in de nieuwbouw. Op 22 juli 1863 kon de burgemeester al aan de raad berichten dat dit deel van de nieuwbouw, blijkens de mededeling van de opzichter, ‘na heden gereed zal zijn’. Op zaterdag 25 juli wenste hij de school in te wijden en voor het onderwijs beschikbaar te stellen en nodigde hij de heren raadsleden uit ‘die plechtigheid met hun tegenwoordigheid te willen vereeren’. Minder goed nieuws kwam begin oktober van aannemer Middeldorp. De deadline van 1 oktober zou hij niet gaan halen en hij verzocht de gemeente af te zien van de boete voor latere oplevering van fl. 10,00 per dag. Gezien het feit dat betalingen moest investeren voor het raadhuis, zijnde fl. 1106,00. Naar het idee van de burgemeester zou de lening moeten bestaan uit 35 aandelen van fl. 100,00, tegen een rente van 4% per jaar. Elk jaar zou tenminste 1 aandeel moeten worden uitgeloot en de gehele lening diende in 30 jaren te zijn afgelost. t* 17 10 KRONIEK VAN OUDORP 2018 A Gezien vanaf de Herenweg: onderwijzerswoning links, raadhuis rechts of op 1 oktober 1863 zou zijn opgeleverd. Kwam het werk na deze datum klaar, dan zou de raad tegen die tijd beslissen hoeveel aan hem zou worden bijbetaald. Voor het algemeen toezicht drong de heer FLJ. Krieger, een opzichter van de Waterstaat, zich op. Hoewel zijn werk, het ontwerpen van de bouwkundige stukken voor de nieuwbouw erop zat, vond hij het raadzaam dat aan hem het hoofdtoezicht werd opgedragen. De beloning liet hij aan de gemeente over. Op voorstel van de burgemeester verstrekte de raad hem deze opdracht, met de aantekening dat zijn beloning zou worden bepaald als de werkzaamheden naar behoren zouden zijn afgemaakt en opgeleverd.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek van Oudorp | 2018 | | pagina 10