SllSBp
sccfrv rs? uertt/Sséi- -.
Buisman kregen als dank voor hun
inspanningen een klein model van dit
wapen uitgereikt van voorzitter de
Zeeuw. Dit wapen was samengesteld
uit elementen van de wapens van
Oudorp, Alkmaar, Heerhugowaard en
het oude dorp Vronen.
In oktober 1970 werd nog de
kapelruimte in het hoofdgebouw
officieel ingewijd door de deken van
Alkmaar en dat was de laatste officiële
openingshandeling op het park.
De jaren van bestaan
Men had zestig standplaatsen voor
gezinnen gerealiseerd en ook nog eens
zes trekkersplaatsen en alle plaatselijke
parkjes konden worden ontmanteld.
Tevens waren er zeven
autosloopplaatsen van 4X8 m voor de
bewoners ingericht. Dit aantal vonden
de bewoners vanaf het allereerste
begin al veel te gering.
Komende vanaf het bestuur van
woonwagenkamp Apeldoorn
werd de heer Cees Oomes in 1970
benoemd tot beheerder van wat
officieel het 'Intercommunaal Lichaam
Woonwagencentrum Vroneroord'
heette te zijn.
Het team van Vroneroord was als volgt
samengesteld: naast beheerder C.H.P.
Oomes maakten de volgende personen
van het team deel uit: wachtmeester
Ender, de vier leerkrachten van het
schooltje, maatschappelijk werker
Werneri, een corveëer, wijkzuster
van Zanten, kamp aalmoezenier Pater
J. van Elgershuyzen en cultureel
maatschappelijk werker L.Veerkamp.
Op 16 september 1970 konden zij
de eerste bewoners verwelkomen.
Dat betrof voor het grootste deel
de bewoners van het Alkmaarse
woonwagenkamp wat al maanden
grote overlast had ondervonden van
het opgespoten stuivend zand dat
nodig was voor de ophoging van de
nieuwe wijk Huiswaard 1.
Twee wagens hadden zich al
dagen tevoren opgesteld langs de
Westerweg om als eerste de mooiste
staanplaatsen in te nemen. Het
betrof die eerste dag 22 wagens, die
onder transportbegeleiding van de
politie, die ook de ontruimingen van
de oude kampen had begeleid, hun
opwachting maakten op het nieuwe
woonwagencentrum.
Beheerder Oomes kreeg de
coördinatie over een rijk geschakeerde
beroepsgroep van de gezinshoofden,
die eind 1971, toen alle standplaatsen
regulier bezet waren, bestond uit 1
scharenslijper, 8 oud metaalhandelaren,
8 autoslopers, 1 autohandelaar, 1
metaalbewerker, 1 basculereparateur,
8 handelaren in dekens en horloges,
2 man in loondienst, 1 musicus en 16
personen zonder beroep.
Diverse gemeenten van waaruit de
woonwagens vertrokken waren,
ruimden zeer voortvarend de
voormalige gemeentelijke kampjes
op, zodat al snel weinig meer aan
de oorspronkelijke bestemming
herinnerde.
Zoals alles wat nieuw is te kampen
heeft met kinderziektes, was dit ook
op Vroneroord het geval. Binnen een
week waren er al protesten tegen
de hoogte van het staangeld maar na
uitleg door het bestuur keerde de rust
weer.
Een ander punt was de onvoldoende
ruimte om auto's te slopen. Gelukkig
zagen de meeste bewoners wel in
dat die wrakken niet thuis hoorden
op het centrum, maar het bleef een
continu punt van aandacht voor het
beheerteam. De directe omgeving
werd er evenwel niet fraaier door, maar
de leiding wilde zich sterk maken voor
extra oppervlakte voor de activiteiten
met tweedehands auto's. Uiteindelijk
vond men gehoor bij het bestuur en
werd buiten het kamp ruimte gepland
om medio 1971 een veertiental
sloopplaatsen van elk 500 m2 groot te
realiseren.
De recreatiezaal bewees goede
diensten bij de goedbezochte eerste
Sint Nicolaas- en Kerstviering waarbij
tevens 3 jonggeborenen werden
gedoopt. Ook werden de in het
centrum gehouden spreekuren voor
baby- en kleuterzorg goed bezocht.
Uit het jaarverslag van beheerder
Oomes bleek dat de teamleiding ook
goed te spreken was over het feit dat
wachtmeester Ender permanent op
Vroneroord gestationeerd was, hetgeen
rust in het park tot gevolg had.
Men was wat minder te spreken over
de belangstelling voor de geestelijke
verzorging waarmee pater van
O Overzicht van kamp Vroneroord met staplaatsen
24 KRONIEK VAN OUDORP 2017
(links), centrum gebouw (middenlinks), schoolgebouw (middenrechts) en sportveld (rechts)