Ai aanleiding leek te zijn van de keuze voor de uiteindelijke locatie. Het betrof een put die was toegewijd aan Sint Antonius Abt, de patroon van het vee. Boeren uit de omgeving bezochten het heiligdom om genezing te vinden voor hun dieren. De Alkmaarse historicus J. Belonje was van mening dat het klooster hier inderdaad werd gesticht ten faveure van een reeds bestaande put. Hoe dan ook: in elk geval ging er een aanzuigende werking uit van het vermeende heilzame water. Bij de altaar wijding van de kloosterkerk, in 1470, vaardigde wijbisschop Gosuinus het besluit uit dat mensen die het water uit de Antonius Abt put dronken, een aflaat kregen. Maar je moest er wèl wat extra's voor doen: ...quique devotionis causa deputeo sancti Anthonij bibunt in honorum ejus ac beate Marie virginis tria pater noster et tria Ave Maria dicerint. Met andere woorden: met drie Onze Vaders en drie Weesgegroetjes had je de aflaat binnen. Je kunt er anno 2017 lacherig over doen, maar de wonderput was niet alleen goed voor degenen die bezorgd waren om hun eigen zielenheil door een aflaat te verdienen, maar zeker ook voor de inkomsten van het klooster. Het genereerde pelgrims, schenkingen van boetvaardige gelovigen, collecte inkomsten en vergoedingen voor het bedienen van de sacramenten. Het verkopen van dit soort kerkelijke privileges en alles wat ermee samenhing, was in de 15e eeuw 'big business', geen wonder dat het niet lang meer zou duren voordat de Reformatie aan dit soort praktijken een einde zou proberen te maken. Onduidelijkheid over stichtingsjaar van het klooster Het is jammer dat de archieven van het klooster in Oudorp bijna volledig verloren zijn gegaan. Daardoor lopen de meningen over zowel het juiste jaar van de stichting sterk uiteen. Wat we in elk geval zeker weten, is dat paus Paulus II in 1465 toestemming gaf voor de uitbreiding van de orde van de Karmelieten te Haarlem door een nieuw zelfstandig klooster te stichten in Oudorp. De stichting werd (financieel) mogelijk gemaakt door Karel de Stoute en diens Haarlemse baljuw Albertus van Raaphorst en kwam tot stand onder de bezielende leiding van de Haarlemse prior Johannes Michaelis, die tevens de biechtvader was van de "hoogedele" Albertus van Raaphorst. Maar wanneer was het klooster daadwerkelijk gereed en namen de eerste Karmelieten er hun intrek? In de Divisiekroniek van 1517 wordt het jaar 1469 als begindatum genoemd: Item in dit selfde iaer van LXIX. in die vasten hebben Onse Liever Vrouwen broeders een plaetse begrepen in Outdorp bi Alcmer tusschen Nyeburch ende Middelburch ende hebben dat bewoent doer donacien, ghiften ende believen hertogen Kaerls van Bourgondien, Aelbrecht van Raephorst, scout van Haerlem ende des rentmeesters van Noorthollant. Andere bronnen echter, zoals de Chronicon Comitum Hollandiae, spreken van 1467 als stichtingsjaar. vb lorO fWv iKv V rev "tV«VVvbdj CV Eodem anno (slaat terug op de vorige vermelding in het originele handschrift) Athalbartus de Raephorst praetor Haerlemensis reddituarius Philippi ducis fundavit monasterium carmelitarum apud Alcmeriam, in loco, cui Swaensgeest vocabulum est, infra castra Nuburch et Olenburch, alias Middelburch. In vertaling: In hetzelfde jaar heeft Athalbartus van Raephorst, schout van Haarlem en rentmeester van hertog Philip het Karmelietenklooster bij Alkmaar gesticht, op een plek die Swaensgeest wordt genoemd, tussen de kastelen Nieuwburg en Olenburgh, ook wel genoemd Middelburg. In het Regionaal ArchiefAlkmaar bevinden zich overigens nog enkele andere stukken die een licht zouden kunnen werpen op het exacte stichtingsjaar. Een daarvan is de Kroniek Wijnkoper. Onder de gebeurtenissen in het jaar 1467 noteert hij: Op dit jaer heeft Albert van Raphorst gefundeer het Carmeliten Clooster opt Swanegeest buyten Alcmaer tussen Nijburgh ende Middelburgh, dese (bedoeld wordt Albert) was scout tot Haerlem ende rentmr van Harlem. Op 't selfde jaer is Godefridus de Trajecto, pastors tot Alkmaar deser wereld overleden. In Kleeff, "Oudtheden ende geestelijke gestigten der stad Alkmaar" lezen we toch echter weer 1469 als stichtingsjaar. Het Lieve Vrouboers klooster: Buiten de stad. Dit klooster heeft gestaan bewesten Oudorp niet verre van Alkmaar het zelve nagestigt in het jaar 1469 door Albert van Raaphorst, schout van Haarlem en rentmr van Hertog Philip van Bourgundie op een erve genaamt Zwaanegeest tusschen de kasteelen Nuburg anders Middelburg en Oldenburg. Even verderop wordt de verwarring nog groter, als Kleeff een andere bron citeert, namelijk Westphalen, die er een hele andere mening op nahoudt. Westphalen wil dat het klooster al zoude gebouwd geweest zijn in 1234 en dat gemelde Albregt hetzelve in 't jaar 1467 met consent van bovengenoemde hertog het zoodanig zoude vergroot hebben ende versterkt dat het in tijde van oorlog voor een burg strekte. Als Westphalen correct is, zou het betekenen dat de oorsprong van het klooster ruim twee eeuwen ouder is. Maar wetende dat het eerste Karmelietenklooster in Nederland, namelijk dat van Haarlem, pas in 1249 werd gesticht, lijkt deze informatie "SEtH 12 KRONIEK VAN OUDORP 2017 Oudorp Isvy^rk 'iW-é \>bL*w^ 5. Uitsnede uit Hollandse kroniek

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek van Oudorp | 2017 | | pagina 12