Archeobotanisch onderzoek aan enkele middeleeuwse waterputten bij het Lauwershof Ai De voedingsgewoonten Inleiding In 2010 heeft een verbouwing plaatsgevonden van het zorgcentrum Lauwershof aan de Jupiterstraat in Oudorp. Voorafgaand aan deze werkzaamheden is door archeologen onderzoek op het terrein verricht. Dit was nodig omdat de sloop- en nieuwbouw ernstige bodemverstoring met zich mee zou brengen, waardoor eventuele archeologische resten in de bodem ernstig beschadigd of vernietigd zouden worden. De locatie ligt op een van de oudste strandwallen van Noord-Holland: de strandwal die van Uitgeest via Akersloot, Oudorp naar Sint Pancras loopt. Deze strand- wal is rond 3000 voor Chr. ontstaan en bood vanaf die tijd uitstekende mogelijkheden voor bewoning door de mens. Daarom waren de verwachtingen voor het aantreffen van oude bewoningssporen hoog gespannen! Tijdens het archeologisch onderzoek werden inderdaad resten van bewoning uit de bronstijd, middeleeuwen en nieuwe tijd aangetroffen. De sporen uit de bronstijd (2000-800 voor Chr.) bestonden uit een akkerlaag, afdrukken van koeienpoten en kleine paalkuilen, vermoedelijk van hekwerken. Resten van huizen uit de bronstijd werden niet gevonden. De sporen uit de middeleeuwen (1250-1500 na Chr.) bestonden vooral uit waterputten, kuilen en een greppel. Ook uit deze tijd werden geen overblijfselen van huizen aangetroffen. De sporen uit de nieuwe tijd bestonden uit moesbedden en twee waterputten (1450-1600 AD). Archeobotanisch onderzoek Uit een aantal waterputten waarvan resten bij het Lauwershof zijn gevonden, zijn grondmonsters genomen voor archeobotanisch onderzoek. De archeobotanie houdt zich bezig met het onderzoeken van plantenresten die bij archeologische opgravingen gevonden worden (archeo oud en botanie plant kunde). Dat kunnen zaden, vruchten, bladresten, hout of houtskool zijn, maar ook stuifmeel en schimmelsporen. Door deze vaak half vergane plantenresten uit het verleden met een microscoop te bestuderen en op naam te brengen kan een archeobotanicus veel informatie over de vroegere voedingsgewoonten en de milieuomstandigheden verkrijgen. De oude plantenresten kunnen afkomstig zijn van voedselresten, tuinafval en dorsafval, maar het kunnen ook resten zijn van vegetaties die vroeger op een bepaalde plaats aanwezig waren. Plantenresten die op de grond, of in een ondiepe kuil of greppel terechtkomen vergaan meestal snel. Maar als ze terechtkomen in diepe kuilen of waterputten die zich onder het niveau van het grondwater bevinden, dan kunnen plantenresten eeuwenlang goed bewaard blijven. Dit was het geval op de locatie bij het Lauwershof, waar drie waterputten werden gevonden waarin zich op de bodem nog veel goed geconserveerde plantenresten van honderden jaren oud bevonden. Uit elke waterput zijn de plantenresten verzameld en door de auteur met een microscoop onderzocht. Het onderzoek leverde een enorme lijst met plantensoorten op die ofwel in de voeding een rol speelden, ofwel deel uitmaakten van de vegetatie in de omgeving. In twee middeleeuwse waterputten zijn resten gevonden van haver, gerst, boekweit, rogge, tarwe, walnoot, vlierbes, druif, biet, kool, venkel, vlas, zwarte mosterd, raapzaad en hop. In een waterput uit de zestiende eeuw zijn ook nog resten gevonden van hazelnoten en vijgen. Graan Boekweit, rogge en tarwe werden in de late-middeleeuwen veel in ons land gegeten. Boekweit en rogge waren goedkoper dan tarwe en werden daar om veel door de 'gewone man' gegeten. Tarwe was een relatief duur graan waar, in tegenstelling tot de andere granen, wittebrood van gemaakt kon worden. Wittebrood werd echter ook wel door gewone mensen bij speciale gelegenheden gegeten, terwijl de goedkopere granen ook door de meer welgestelden vaak werden gegeten. Haver speelde in de late-middeleeuwen een belangrijke rol in de bierbrouwerij. Daarnaast werd dit graan veel als dierenvoedsel gebruikt. In de vorm van gort werd het echter ook wel voor menselijke consumptie gebruikt. Ook gerst werd destijds vooral als diervoedsel gebruikt, maar in de vorm van gort werd het ook wel door mensen gegeten. Van gerst, rogge en tarwe is dorsafval in de "Sj 40 KRONIEK VAN OUDORP 2016 Oudorp De rechte takken van hazelaar werden vroeger veel als boerengeriefhout gebruikt.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek van Oudorp | 2016 | | pagina 40