Al Daarom duurde het ook lange tijd voordat iedereen overtuigd was van het nut van het verbod op lijfstraffen. In Oudorp speelden in de jaren na 1820 nog twee kwesties rond het onderwijs. De Secretaris Dirk Waiboer schreef in zijn gemeentelijke jaarverslagen: "Er is één school, met regelmatig onderwijs. Er zijn geen kinderen aangenomen hetzij zij de ziekte al hebben gehad, of de koepokinenting hebben gehad". Blijkbaar was het voorkomen of bestrijden van de pokken in die jaren een aandacht vragend onderwerp. Soms maakte hij ook gewag van het feit dat er werd onderwezen in het metrieke stelsel. De tweede kwestie in die periode was de financiering van de school in de Schermer. In februari 1824 besloot het college van Gedeputeerde Staten dat Oudorp financieel moet bijdragen aan de school binnen de bedijking van de Schermer. Een voor de hand liggende beslissing omdat een deel van de Schermerpolder behoorde tot de gemeente Oudorp. Op basis van die verplichting besloot de raad van Oudorp op 17 februari jaarlijks f. 20, - plus de schoolgelden van de Oudorpse kinderen af te dragen aan de kerk voogden. Ook andere omliggende dorpen kregen die maatregel opgelegd. Verder vinden wij in een besluit van de raad in januari 1830 nogmaals de bevestiging dat de school één bouwkundig geheel vormde met de woning van de onderwijzer en het Raadhuis. De onvoorziene uitgaven van de gemeente werden met f. 10,- per jaar verhoogd, om de kosten van deelneming in een brandverzekering "voor Raadhuis, school en onderwijzerswoning, onder één dak verbonden" te kunnen bestrijden. Uit dat besluit kan ook worden afgeleid dat men tot dan niet voor brand was verzekerd. Afscheid als onderwijzer Eénentwintig jaar lang was Dirk Waiboer al schoolmeester in Oudorp, toen hij er nog een baantje bij kreeg. Hij wordt benoemd tot kantonnaal Notaris. Echter de aanvaarding van die functie betekende wel dat hij niet langer de dorpsonderwijzer kon blijven en ook enkele andere functies moest opgeven. Op 28 februari 1827 schreef hij aan mevrouw Schumacher: "Het ambt van Notaris waartoe ik door Zijne Majesteit onzen geëerbiedigde Koning benoemd ben, niet compatibel zijnde met de posten van Schoolonderwijzer, Voorzanger, koster en Doodgraver, is deze dienende Uw Weledel Geborene te informeren, dat ik op heden van evengezegde posten bij het Bestuur dezer Gemeente afstand heb gedaan. Ruim 20 jaren mocht ik dezelve bedieningen, het zij met nedrigheid gezegt, ten genoegen van Oudorps ingezetenen waarnemen" Een nieuwe schoolmeester Dirk Waiboer werd vervangen door Louweris Schagen. Hij is op 28 augustus 1827 benoemd tot schoolonderwijzer "bezittende den derden rang". Zij traktement bedroeg jaarlijks f. 250, - mitsgaders (bovendien) aan schoolgeld voor iedere leerling van alle klassen twintig cent in de maand. In hetzelfde jaar 1830 deelde Dirk, in zijn kwaliteit als burgemeester, aan Gedeputeerde Staten mee dat men in Oudorp slechts één stel vochtmat en nodig had, want "er is maar één school waarin onderwijs in de rekenkunde wordt gegeven". Die mededeling kwam voort uit het Koninklijk Besluit van 12 november 1827, waarin werd bepaald dat iedere openbare school moest beschikken over een stel maten en gewichten om aanschouwelijk onderwijs te kunnen geven in het metrieke stelsel. 1830 was ook het jaar waarin België zich wilde afscheiden van het Koninkrijk Nederland. Men was ontevreden over de taalwet, die Franstalige Belgische provincies verplichtte Nederlandstalig te worden, en over de vrijheid van drukpers en onderwijs. De koning mobiliseerde zijn leger en ook onderwijzer Schagen werd op 30 december 1830 opgeroepen voor dienst bij de Mobiele Schutterij. De Raad van Oudorp schreef aan de Provinciaal Gouverneur dat men "geen vervanging nodig heeft tot 1 maart vanwege het geringe aantal kinderen in het winterseizoen". Het is duidelijk dat algemene leerplicht toen nog niet bestond. Ouders, schoolopzieners en het gemeentebestuur hadden er geen moeite mee als kinderen grote delen van het schooljaar, om een of andere reden, geen onderwijs volgden. Het kan er niet aan hebben gelegen dat de school onverwarmd was in de winter. Schout Waiboer meldde over het jaar 1830 dat de gemeente f. 308, - had begroot voor het onderwijs, maar die raming met f. 4, - had overschreden: Opbouw, herstellen en meubilering f- 32,- Onderwijzer jaarwedde f270,- Aan andere behoeften f. 10.- f 312,- Verschil f. 4, -uitgegeven aan meer kaggelvuur. De tijdelijke vervanger van onderwijzer Schagen werd ene Appelboom. Hij kwam in het vroege voorjaar van 1831 en meldde op 11 september van dat jaar te willen vertrekken, indien zijn plan "inzake het besteden in de kost", niet zou worden aangenomen door het gemeentebestuur. Men had blijkbaar geen zin de heer Appelboom tegemoet te komen, want men besloot op 24 september "het plan finaal af te wijzen en te bewilligen in het vertrek ingaande 9 oktober aanstaande". Louweris Schagen komt terug Wie Appelboom opvolgde is niet bekend, maar burgemeester Waiboer schreef, in het gemeentelijk jaarverslag over 1834, dat er regelmatige waarneming is geweest in de vier jaren dat de onderwijzer afwezig was. Verder blijkt dat Louweris Schagen in dat jaar 38 KRONIEK VAN OUDORP 2016 Oudorp VrJ/.f,

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek van Oudorp | 2016 | | pagina 38