Al
de Duitsers diende, wat scherper en
oplettender was geweest, dan had
deze overval wel eens slecht kunnen
aflopen. De jutezakken met de buit
werden achter op de fietsen
gebonden en de mannen zorgden dat
zij wegkwamen. Na de betonnen muur
die tussen Huiswaard en
Vlotbrug over de hele breedte van de
weg staat, met de nodige moeite te
hebben genomen (deze muren werden
op strategische plaatsen door de
Duitsers als antitank-obstakel
gebouwd) krijgt Bart Benedick net
over de muur echter pech met zijn
zadelpen. Deze zakt naar beneden en
de buit valt van zijn bagagedrager.
Terug op zijn fiets blijft hij laveren op
zijn zadel en fietst als een
dronken man tussen zijn kameraden
naar tuinder Wetstein aan de
Rekerdijk. Bevreesd voor een
achtervolging wordt de buit in een kas
verstopt, en de mannen gaan uit elkaar.
In de avonduren hebben leden van de
verzetsgroep St. Pancras de complete
buit per schuit overgebracht naar
een veilige plaats. De stempels die na
selectie niet bruikbaar werden geacht,
zijn in het donker op de stoep van het
gemeentehuis Koedijk terug gelegd.
De buren Dirk Smit, Gerrit van de
Waal Sr. en de overbuurvrouw Opoe
de Boer zitten zonder brandstof voor
hun kachel. De mannen gaan naar de
Munnikenweg waar nog enkele bomen
en wat palen staan. De beide mannen
staan buiten spertijd te zagen en te
hakken, als er in die gure winternacht
enkele Duitse soldaten vanuit Alkmaar
richting het dorp fietsen. De mannen
twijfelen geen moment en laten zich
languit in het ijskoude water zakken
en drukken zich zoveel als mogelijk de
walkant in. Dirk, die vanuit het verzet
gewapend is, staat op scherp en is bij
een eventuele confrontatie klaar om te
schieten. De Duitsers merken hen
echter niet op en de mannen slepen
het brandhout ongehinderd
huiswaarts.
Aan de andere kant van het dorp, aan
't Wuiver, staan houten palen t.b.v. de
elektrische bovenleidingen.
Schoenmaker Piet Bos en zijn gezin
zitten ook in de kou. Als hij op een
maandag de te herstellen schoenen
ophaalt bij een klant, krijgt hij enkel bij
het zien van dat hout het waarachtig al
warm. Samen met zijn maatje, kapper
Jan Burger, zagen zij in het holst van
de nacht enkele palen in handzame
brokken en slepen deze op de fiets
richting huis.
Op een dag staan er twee leden van
de groep Jaap Zeeman bij zijn huis
over enkele acties die op stapel staan,
te praten. Twee andere leden van de
groep komen rond die tijd enkele
wapens in jutezakken terugbrengen en
mengen zich in het gesprek. Een van
hen roept plotseling: 'Verrek, er komt
een legerwagen met moffen vanaf de
Schermerweg het dorp indraaien.' Jaap
Zeeman reageert vliegensvlug, deelt
scheppen en een paar houwelen uit en
binnen no time hebben de mannen er
een paar meter ligusterhaag
uitliggen. De afleidingsmanoeuvre
diende om de aanwezigheid van de
mannen te verklaren. De grijsgroene
legerwagen stopt en er springen een
paar Duitsers uit om de papieren van
de aanwezige mannen te controleren.
Van alle personen zijn de papieren in
orde en de Duitsers vervolgen hun
weg. De mannen halen opgelucht
adem en een van hen vraagt: 'Waar zijn
de wapens zo gauw gebleven?' Jaap
Zeeman wijst naar het platte dak van
zijn bijkeuken en ziet dat er een kolf
van een stengun over de rand van het
dak steekt. Ze huiveren bij de
gedachte, dat, als de Duitsers de
wapens hadden ontdekt, zij zonder
pardon ter plekke neergeschoten
hadden geworden.
In het huis van Jaap Zeeman aan de
Kerklaan werd vergaderd en werden
acties besproken. Ze luisterden daar
naar Engelse zenders en maakten er
illegale bladen. Terwijl de Duitsers in
het gemeentehuis zowat bij hem op
tafel kunnen kijken. De truc was, dat
de Duitsers zoveel brutaliteit en durf
zo vlak onder hun neus niet
verwachtten. Postcommandant
Bleijendaal en assistent Evert Verweij
informeerden de groep zoveel als
mogelijk was over ophanden zijnde
acties of razzia's van de Duitsers.
Interessant is te weten, dat over de
groep Zeeman zo goed als niets
uitlekte, ofschoon het halve dorp van
hun bestaan afwist.
Bij het huis van Jongebloed wordt
aangebeld, de moeder van Gerrit doet
niets vermoedend de deur open.
Buiten staat een Duitse officier met
een plaatselijke NSB-er. Deze laatste
maakt haar duidelijk dat de Duitsers
het huis komen vorderen als onderdak
voor de Duitsers die op het raadhuis
werken. Moeder Jongebloed kent de
NSB-er heel goed, ze noemen hem
spottend, de "Ortskommandant van
Oudorp". Ze is woedend dat een
dorpsgenoot juist haar woning
aanwijst als geschikt verblijf. Ze zegt in
onverbloemd Hollands tegen de Duitse
officier: 'Jij kenne binnenkomme, maar
die vieze smeerlap blijft buiten!'
Huisraad, meubels etc. worden
gebracht naar de ruimte die is
aangewezen als opslag in het
gemeentehuis. Een paar dagen later
krijgt ze tot haar grote opluchting
te horen dat de Duitsers een groter
onderkomen hebben gevonden en zijn
ingekwartierd in Huize Voorhout (het
Maagdenhuis) aan de
Kennemerstraatweg te Alkmaar.
In en rond Oudorp komen enkele
pakketten propaganda uit de 'lucht'
vallen. Deze bevatten kranten,
pamfletten en foto's van de
Koninklijke familie. De buit waar zich
onder meer de kranten
'Wervelwinden', en 'Vliegende
Hollanders' in bevinden, wordt door
enkele schooljongens huis aan huis
bezorgd.
Gerrit Jongebloed zit in huis aan tafel
en ziet een Duitse auto nogal zoekend
voorbijrijden. Hij bedenkt zich geen
moment en rent zo hard als hij kan,
achterom, door tuinen en weilanden
richting het huis van Jaap Zeeman.
Hij weet dat er daar enkele leden
van de knokploeg een actie aan het
voorbereiden zijn. Hij komt buiten
adem aan en waarschuwt de mannen
voor het dreigende gevaar. De groep
verspreidt zich en glipt langs de
Duitsers naar huis. Ook weer een
gevalletje verraad geweest.
Corrie, de zus van Gerrit, heeft in de
bezettingstijd gefungeerd als
koerierster en werkte op het
distributiekantoor annex raadhuis van
Oudorp. Ze was altijd inzetbaar voor
alle mogelijke berichten en
verzetsdaden en heeft, net als haar
broer, haar leven op het spel gezet
voor onderduikers en verdrukten.
Jaap Zeeman werkt bij het PEN. Deze
functie brengt met zich mee dat er bij
het transformatorhuis aan de Breelaan,
onder een dik dekzeil, met gebruik van
gratis stroom, kraaienpoten e.d.
kunnen worden gelast. Deze werden
per handwagen en schuit naar de
leden van de knokploeg
getransporteerd om later gebruikt te
kunnen worden bij 't plegen van
sabotage of 't ondernemen van acties.
KRONIEK VAN OUDORP 2016 ^15 Hisloriscl^