"Van zilver beladen met drie rozen in hunne
natuurlijke kleur, staande twee en één".
r i
Zo luidt de beschrijving van het
gemeentewapen van Oudorp. Het blazoen
is op 15 juli 1818 door de Hoge Raad van
Adel bevestigd.
Blijkbaar heeft de aanvraag bij de Hoge Raad
van Adel nogal wat voeten in de aarde gehad,
want reeds in 1815 is door de toenmalige
Burgemeester van Broek op Langedijk, waarmee
Oudorp gecombineerd is geweest, een verzoek
met tekening ingediend. De Schout van
Oudorp D. Waiboer herhaalde het verzoek in
juli 1817. Op 11 april 1818 schrijft Waiboer
nogal geïrriteerd een brief aan de Gouverneur
van Noord-Holland om alsnog het wapen na
zo'n lange tijd toe te kennen. Toch bestond
er nogal verwarring rond het wapen want de
Hoge Raad vroeg zich af welk wapen gevoerd
moest worden. De Schout maakte duidelijk dat
het plaatselijke bestuur van Oudorp
gecombineerd is geweest met de Oterleek en
zodoende de wapens gecombineerd werden
gevoerd. Maar het schild met de drie rozen
moest het wapen van Oudorp worden.
Van dit wapen wordt overigens vermeld, dat het
een herinnering is aan een tijdelijke
samenvoeging van drie Vrooner
Scheependommen.
In zijn boek "Alkmaar en zyne Geschiedenissen"
schreef Simon Eikelenberg begin 18de eeuw
hierover:
"Driederlyc Scheepenschappen hebben
't Regtsgebied op de Vroonergeest; elk bijna
daarvan een gelijk derde deel. Zoo men
't Zuydeinde afteld: is onder 't gebied van
't Geregt van Oudorp; het tweede en middelste
onder de scheepenen van Koedijk en de
Noordelijkste onder die van St. Pancras".
Als we echter goed naar het wapen kijken, lijken
de rozen eigenlijk helemaal niet op rozen. Een
zoektocht door wapens in Nederland leert me
dat er meer wapens bestaan met dezelfde soort
"rozen"Zo hangt in kasteel De Haar in
Haarzuilens een soortgelijk schild met het wapen
van Gelre uit de 12de eeuw. Dat wapen is
versierd met net zo'n vijfbladige bloem en in
dezelfde formatie als het wapen van Oudorp en is
O