De Franse tijd
Ai
De overheid en het onderwijs
Tot 1795 waren de gewesten
(provincies) van de Republiek der
Zeven Verenigde Nederlanden zo
zelfstandig, dat er geen gecentraliseerd
onderwijsbeleid was. Elk gewest deed
het op zijn eigen manier.
Na de Bataafse eenwording kwam er
één regering en werd onderwijs een
van de landelijke kernpunten. De
Staatsregeling van 1798 kende al een
bepaling over het bevorderen van
'verlichting en 'beschaving'. De
Schoolwet van Van der Palm bracht
vanaf 1801 het onderwijs in
Nederland binnen de invloedssfeer
van het landsbestuur. Naar
beginselen van de Verlichting werd
klassikaal onderwijs onder toezicht van
schoolopzieners de norm. De
opvoeding naar christelijke deugden
was als tweede doelstelling op den
duur niet houdbaar. Ook werd de
bevordering van geschikte
inrichtingen voor wetenschappen en
opvoeding" opgenomen in de
Staatsregeling.
Onder de Bataafse Republiek was het
politieke klimaat in Nederland nog niet
stabiel. Verschillende -
overigens bloedeloze - staatsgrepen
vonden plaats en meerdere keren werd
Het Franse bewind heeft grote
gevolgen gehad. Als we ons beperken
tot de positieve invloeden, dan zijn dat
geweest de invoering van het Wetboek
van Strafrecht (de z.g. Code Napoleon)
en van het metrieke stelsel, waardoor
een einde kwam aan de
gewestelijke verscheidenheid van
maten en gewichten. Dit stelsel werd
zodanig belangrijk gevonden dat de
schoolkinderen daar les in kregen. In
latere jaren schreven de schout en de
burgemeester van Oudorp
herhaaldelijk in het gemeentelijk
jaarverslag dat "Men bij voortduring
onderwijs geeft in het Metrieke
Stelsel".
Tijdens het bewind van Lodewijk
Napoleon werd ook de nieuwe, en
tamelijk verregaande, wet op het lager
onderwijs van kracht. Volgens deze wet
moest het onderwijs zodanig ingericht
worden dat "onder het aanleren van
gepaste en nuttige kundigheden, de
verstandelijke vermogens der kinderen
ontwikkeld worden en zij zelf worden
opgeleid tot alle maatschappelijke en
christelijke deugden". De onderwijzers
moesten een nieuwe manier van
een nieuwe
grondwet
ingediend. Ook
de financiële
positie van het
land was
wankel, de
staatsschuld
liep sterk op.
Keizer
Napoleon hield
deze
ontwikkelingen
in zijn
vazalstaat
scherp in de
gaten en in
1806 greep hij
in. De Bataafse
Republiek werd
opgeheven en
hij stelde zijn
broer, Lodewijk
Napoleon, aan
als koning van
de
Nederlanden.
Schoolmeester Dirk Waiboer
In 1806, om
precies te zijn
op 21 augustus,
werd in Oudorp
Dirk Waiboer
aangesteld als
schoolmeester,
voorzanger, koster
en doodgraver.
Het was de start
voor een lange en
glanzende
carrière in ons
dorp, omdat
hij opklom tot
schout en later tot
burgemeester van
Oudorp. Hij zou
tot 28 februari
1827 zijn ambt
als schoolmeester
uitoefenen. In
dat jaar moest hij
daar afscheid van
nemen, omdat die
functie niet langer
verenigbaar was
met zijn andere
werkzaamheden.
In een volgende
kroniek komen
wij zeker terug
op deze markante
figuur.
t
Lodewijk Napoleon
Koning Willem 1 A
30 KRONIEK VAN OUDORP 2015