De Vuik zoals wij deze van
afbeeldingen kennen was een stolp
van het Noord-Hollandse type waarbij
de darsdeur (de hoge deuren waar de
wagen met hooi naar binnen werd
gereden) aan de achterzijde gesitueerd
was. De kamers waren rechts naast
de voordeur; in dit geval zal hier ook
de ruimte van de herberg geweest zijn
die er tot eind 19e eeuw in gevestigd
geweest moet zijn. Op de landkaarten
van 1879 en 1922 zien we de boerderij
op de kaart ingetekend, zelfs met de
naam 'De Fuik' erbij.
In 1830 stond de boerderij te koop.
Het was volgens de analen van de
ambachtsheer van Oudorp, de heer
Heineken een economisch slechte tijd.
Oudorp was toen een arm dorp en er
wordt over gesproken dat het
merendeel van de bevolking een sober
bestaan leidde. Niet direct een klimaat
om uit een herberg voldoende
verdiensten te halen. De winter van
1829-1830 schijnt bovendien een
strenge winter geweest te zijn. Door
deze omstandigheden deed zich
volgens de genoemde analen de
gelegenheid voor de Vuik voor een
zacht prijsje te kopen. De vraagprijs
van de boerderij met bijbehorende
grond (van drie bunders en 50
roeden; ca 3,2 ha)bedroeg f 4500,00.
Deze herberg is volgens Dirk Waiboer,
burgemeester van Oudorp maar ook
o.a. notaris en secretaris voor de
ambachtsheer, van veel belang uit
hoofde van de 'Roomsch gezinde
boeren' die er ook zondags bij het ter
kerke gaan hun paarden stalden en
jaarlijks wel 100 gulden aan stalgelden
zou opleveren! Wel was het volgens
Waiboer raadzaam dat 'de Castelein
ook dien godsdienst belijdt'. Want
anders zou de klandizie wel eens terug
kunnen lopen. De Vuik werd
inderdaad in1830 door de heer
Heineken ambachtsheer van Oudorp,
aangekocht. Waiboer gaf aan dat het
één van de oudste gebouwen van
Oudorp was, maar wel goed
onderhouden. Ongeveer 10 jaar later
werd er, volgens de analen, land
bijgekocht voor een bedrag van
f.4250,00 Dit was aanzienlijk meer
grond dan eerder bij de boerderij
behoorde, te weten 7 bunder en 35
roeden. In 1842 schijnt, volgens
dezelfde analen, het huis verbouwd te
zijn en heeft toen een geheel nieuw
aanzien gekregen. Waarschijnlijk is het
toen een echte stolp geworden.
Waiboer schreef aan de ambachtsheer:
"Dit beantwoordt aan de verwachting
en is bijna geheel in orde, het
gebouw is er geheel onherkenbaar
door geworden". Men had na de
aankoop in het echtpaar Venneker
als een goed stel bewoners voor de
herberg verworven. Het stel oefende
naast de exploitatie van de herberg het
boerenbedrijf uit. Of het stel verder
nog hulp had vermelden de annalen
niet. Wel worden in de tekst duidelijk
twijfels geuit of de aankoop wel de
voordelen bracht die Waiboer had
aangegeven.
Het jaar 1843 schijnt tot de "slechte
boerjaren" te hebben behoord. Ook
Venneker laat dan een klaagtoon
horen. Het was en bleef tobben voor
het stel, die de grootste moeite had
om het geld voor de huur bijeen te
brengen. -"Drie of 400 hondert zal ik
met karsemus of nuwe jaar betalen
kunnen mijn Heer", zoo verzekerde
Venneker op 31 oktober 1843, "het
doet mijn wel leet maar ik kan het niet
verder brengen mijn Heer, ik heb een
slag van de ouwe burgemeester (Hij
doet op dirk Waiboer die in 1842 is
overeleden) gehat. De slag was voor
mij ruym twee hondert gulden en dan
van tijt tot tijt mis ik hem nog hart hij
wist mij van tijt tot tijt een vordelje
aan te brengen dat is nu zoo niet om
nu mijn brootje te hebben is de huur
wel hoog genoeg namelijk wel met
de slegte boer jaare en ik doe mijn
best zoo veel het mogelijk is en ik kan
het niet verder brengen - het geIt aan
de kaas dat wij maake zulle dat zal
met ruym vierhondert gulden wel op
houden en het voordeel dat wij van
de Herberg hept zal wel met hondert
gulden ophouden
Veel meer over de Vuik komen we in
Al
A Detail van de eerste kadastrale kaart van Oudorp van ca. 1825.
A Op de landkaarten van 1879 en 1922 is de Fuik ingetekend.
A Stolp de Vuik gezien vanaf de Munnikenweg. Datering zal zijn in de periode ca 1900 tot 1932.
KRONIEK VAN OUDORP 2015 '15