Amsterdamse School, die zijn bloeitijd had van 1910 tot 1930, verliest langzaam maar zeker terrein. De Delftse School wint aan populariteit. Deze laatste bouwstijl heeft de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog in sterke mate beheerst. Architecten van de Delftse School zijn onder meer betrokken geweest bij de herbouw van de steden Rhenen en Middelburg. De bouwstijlen hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat veel gebruik is gemaakt van baksteen en natuurstenen elementen. De Amsterdamse School past bovendien versieringen in de gevels toe, door gebruik te maken van rollagen, strekkenranden en siermetsellagen. De Delftse Schoolstijl, die zich vooral baseert op de Nederlandse plattelandsarchitectuur, streeft naar een goede harmonie tussen ruimte, massa en licht. Naast het gebruik van baksteen zijn brede kozijnen, erkers, hoge gootlijnen, groene hagen, hoge met pannen beklede daken en het gebruik van natuursteen op constructief belangrijke punten, kenmerkend voor deze stijl. Het schoolgebouw De gebruikte steensoorten De handvormsteen, model Belvedère uit Maastricht, is geleverd door de N.V. v/h gebroeders Oppelaar, Koudekerk aan de Rijn. Naast baksteen is voor dorpels en neuten hardsteen toegepast. Voor het onderste deel van de buitengevels (de plint) is gebruik gemaakt van miskleurige boerengrauw waalformaat bakstenen. Boven deze plint zijn de buitengevels opgetrokken met een roestkleurige handvormsteen, waalformaat, gemetseld in halfsteens verband met een witte, licht uitgediepte, voeg. Het verschil in kleur tussen de steen soorten is anno nu nog het best te zien aan de oostzijde van het gebouw. Deze kant heeft het minst te lijden gehad van weersinvloeden. Strekkenranden*, rollagen, rondbogen Zoals gezegd, past de Amsterdamse School graag gemetselde versieringen toe. Bijvoorbeeld bij de plinten van het schoolgebouw. Deze zijn verhoogd doorgetrokken tot aan de onderdorpels van de klassenramen en worden beëindigd met een iets uitstekende (een z.g. geprofileerde) baksteen strekkenrand. Deze is aan de oostkant van het gebouw het best te herkennen. Vooral de puntgevel is voorzien van gevarieerd metselwerk. Een fraai element is de dubbele siermetsellaag langs de schuine dakranden. Deze bestaat uit een bovenste geprofileerde laag, met daaronder een getande bakstenen tweede laag. Heel bijzonder in zijn detaillering is het metselwerk rond de drie zolder ramen van de gevel. Drie gekoppelde A Bovendeel puntgevel A Het dak en de klokkentoren A De entree van de school A De eiken voordeur en zijboog Een strekkenlaag of—rand is een laag in het metselwerk waarvan alleen de strekken, de lange smalle zijkanten van een steen, zichtbaar zijn. Bij een rollaag staan de stenen op hun kant, de hoogte kan een aantal lagen zijn of een halve of hele steen. Rollagen worden toepast als muurafdek king, boven kozijnen en andere muuropeningen. KRONIEK VAN OUDORP JUNI 2014 *9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek van Oudorp | 2014 | | pagina 9