il
Het dak
De school heeft een hoog opgaand
schilddak. Alle schuine dakvlakken
zijn belegd met een rode Romaanse
pan. De gevels worden beëindigd door
ruim overstekende bakgoten. Het dak
is met deze eigenschappen geheel in
lijn met de kenmerkende aspecten van
de Delftse School.
De klokkentoren
Op de nok staat een mooie
gemetselde ronde bogen, bestaande
uit twee rollagen, zorgen er voor dat er
niet te veel druk komt op de houten
kozijnen en de ramen. De bogen zijn
voorzien van een gemetseld sluitsteen
motief in het midden van de ronding.
De uiteinden van deze bogen rusten
op gemetselde, iets uitstekende delen,
'imposten' genaamd. Deze zijn
uitgevoerd als 'strekken'. Onder deze
imposten zien we dan smalle
decoratief gemetselde zuilen of
pilasters.
Deze pilasters, die eindigen op
bakstenen sokkels, zijn aan de
buitenzijde verdiept en tussen de
vensters met een verticale, iets
uitstekende, koppenlaag uitgevoerd.
klokkenstoel. Ongetwijfeld is die
aanwezig omdat het geluid van de
bel, die vanuit de benedengang kon
worden geluid, tot ver in de omtrek
te horen moest zijn. De school had
immers een groot verzorgingsgebied te
bedienen.
De toren bestaat uit een
gepotdekselde basis en een vierkante
houten klokkenstoel met open bogen,
waarvan de wanden met lood zijn
bekleed. Binnenin hangt een bronzen
bel aan een draaibare klokkenstoelbalk.
De klokkenstoel heeft een platte
vierkante afdekking met een
overstekend rand (een fries) met
kroonlijst. Daarboven bevindt zich een
klokvormig dakje dat ook met lood is
bekleed. Op het dakje staat een
staafpilon
De ent-ree van de school
De entree van de school is voorzien
van een portiek met een hoge boog bij
de ingang en een lagere boog aan de
zijkant. Ook deze portiek is rijk
voorzien van siermetselwerk. De
zijboog bestaat uit ronde rollagen die
eindigen op een impost als eerder
beschreven bij de drie gevelvensters.
De rondboog aan de voorzijde is hoger
en bestaat uit twee lagen: een
geprofileerde rand aan de bovenzijde
en een verdiepte rollaag met een
bakstenen sluitsteen. Daaronder
wordt een pilaster gesuggereerd door
een smal teruggemetseld verticaal
geveldeel.
Het bordes is belegd met geelbruine
tegels en is te bereiken via een trap
met drie crèmekleurige natuurstenen
treden en oranje-gele gebakken
stootborden.
De eiken voordeuren zijn uitgevoerd
met 8-ruits raampartijen. De verticale
roede is asymmetrisch geplaatst waar
door de rijen raampjes in het midden
smaller zijn dan aan de buitenzijde van
de deuren. Het plafond is, net als bij
het woonhuis, uitgevoerd met een
sierlijst en is door platte latten
verdeeld in 4 vlakken.
Aan weerszijden van de trap zijn
plantenbakken gemetseld, een typisch
bij de Amsterdamse School behorend
kenmerk. Bij een opdracht ontwierp
men namelijk vaak losstaande of
aangebouwde gemetselde
elementen bij het hoofdonderwerp.
In het geval van de school zijn ook
ontwerpen opgenomen van een
overdekte schuilplaats annex
fietsenstalling, een toegangsdam naar
de woning en in die tijd gebruikelijke
klompenrekken voor de kinderen.
Helaas zijn de oorspronkelijke
smeedijzeren naamletters niet meer
aanwezig.
In 1981 is een beeld van John Bier
ft tlnru
■"SaJ 10 KRONIEK VAN OUDORP JUNI 2014
K De entree van onderwij ze rswoning
A De bijzondere brug voor de
onderwijzerswoning
A Raampartij in de rechtergevel