het de vijand nog moeilijker te maken,
verbreedde men aan de oostkant van
de versperring de sloot en groef men
aan de westkant een tankgracht.
Ooggetuigen
Jan de Moel, geboren in De Nollen en
een jong kind bij het uitbreken van de
oorlog, kan zich deze versperring nog
wel herinneren. Ook Siem Wognum,
een bekende Pancrasser, weet er nog
van. Hij ziet nog zo voor zich dat een
HABO-bus dwars op de weg stond,
en dat links en rechts daarvan ook
driewielerauto's onderdeel uitmaakten
van de versperring. Herman Blom, die
vroeger in de boerderij woonde waar
nu Exodus in zit, weet nog te vertellen
dat er in de genoemde tijd een groep
Hollandse soldaten in hun boerderij
was ingekwartierd. Zelf moesten zij
voor enige dagen het veld ruimen en
ergens anders onderdak zoeken.
De verdedigende stellingen
Belangrijk was natuurlijk de opstelling
van de mitrailleurs, die door hun vuur
de aanvallers zo lang mogelijk zouden
moeten tegenhouden. Twee secties
manschappen met lichte mitrailleurs
werden gepositioneerd aan
weerszijden van de Herenweg. De
derde sectie, die ook tot taak had
vijandige vliegtuigen te beschieten,
kreeg een plek bij de brug in
verwisselstelling. Een verwisselstelling
is nodig als je vanuit de hoofdstelling
niet het doelgebied kunt bestrijken.
Dan is het zaak uit te wijken naar de
verwisselstelling met een andere
hoofdrichting voor het te geven vuur.
Luchtfoto A
De taak van deze Halvemaansbrug
stellingen was vuur Jaren '20
uit te brengen op de
versperring en op het daarop
aansluitende naastgelegen terrein. De
zware mitrailleur kreeg een aparte
positie vierhonderd meter oostelijk
van de Halvemaansbrug en aan de
zuidkant van de Hoornse Vaart. Dat
geschut had tot taak vuur uit te
brengen vóór de versperring en op de
weg ten noorden er van. Deze
opstelling zou in de huidige tijd niet
meer nuttig zijn, maar in die dagen
stond nauwelijks bebouwing of
begroeiing langs de Herenweg/
Bovenweg, zoals op de foto uit 1928 is
te zien, waardoor men toch een
tamelijk vrij uitzicht en schootsveld
had in noordelijke richting.
De overige ondersteunende troepen
werden door de kapitein in vier
groepen verdeeld. Bij de
spoorwegovergang noordelijk van de
versperring werden een staande
patrouille en een uitkijkpost
geplaatst. Het was niet nodig die
patrouille verkenningen te laten
uitvoeren, omdat men vanaf de
standplaats bij de overgang al een
goed overzicht had van het terrein. De
mannen van de 4e compagnie van het
5e depotbataljon kregen de bewaking
toegewezen van de spoorwegovergang
noordwestelijk van de brug. Dat zal
waarschijnlijk de overgang aan het
eind van de Frieseweg zijn geweest,
bij de Rekerdijk. De oostkant bij de
Huygendijk werd in de gaten
gehouden door een detachement van
het 16e depotbataljon, dat oostelijk van
de brug bij de dijk werd gestationeerd.
De compagnie-reserves, ter sterkte van
twee groepen, werden opgesteld bij de
Halvemaansbrug zelf.
Capitulatie
Geen halve maatregelen dus om een
kruispunt te bewaken en eventueel
komende vijandelijke troepen het
hoofd te bieden. De Duitsers kwamen
echter niet en kapitein Dorré kon dus
in zijn rapport melden dat, behalve
overkomende vliegtuigen, geen vijand
was waargenomen. Mogelijk omdat
het Duitse leger op heftige tegenstand
stuitte bij Kornwerderzand op de
Afsluitdijk, maar misschien ook omdat,
behalve de marinehaven van Den
Helder en het vliegveld Bergen, het
noorden van onze provincie geen
echte militair belangrijke doelen
kende.
Zoals we nu weten, is Rotterdam op 14
mei vroeg in de middag getroffen door
een zwaar bombardement door Duitse
vliegtuigen. De bommenregen maakte
circa 800 slachtoffers en verwoestte
een groot deel van de stad. De Duitsers
braken hiermee het verzet van het
Nederlandse leger, mede omdat werd
gedreigd met meer van dit soort
bombardementen op andere
Nederlandse steden. De tegenstand
werd gestaakt. Die dag om 14.30 uur
kreeg kapitein Dorré telefonisch de
mededeling van de commandant van
zijn Depotbataljon, dat de stelling
onmiddellijk, en zonder iets op te
ruimen, verlaten moest worden en dat
men moest terugkeren naar Alkmaar.
Aldus geschiedde en zonder een schot
te hebben gelost marcheerde men
om 15.00 uur af, om een uur later in
Alkmaar te arriveren. Nederland
capituleerde officieel op 15 mei 1940.
Martin van Hooff
Bronnen:
Verslag van reserve kapitein G. Dorré
d.d. 22 mei 1940, ontvangen van
W.G.M. le Rütte..
Nederlands Instituut voor
Militaire Historie:
Dienstorders van de Commandant
Westfront Vesting Holland
Verslag gevechts- en bijzondere
handelingen van de 4e Compagnie,
5e Depot van commandant A.WBijl
KRONIEK VAN OUDORP JUNI 2013 *29 Al
Stichting
Historisch 1