i' Redelijk goed geluimd ging het bestuur aldus het nieuwe seizoen in maar de lucht zou spoedig weer betrekken. centrum van Oudorp elke dag geopend was, ging men hier van start met alleen een openstelling op de woensdag- en de zaterdagmiddag en aangepaste openingstijden in de schoolvakanties. Op zondag bleef de speeltuin meteen al gesloten wegens gebrek aan vrijwilligers om toezicht uit te oefenen. Het was voor het bestuur nogal teleurstellend om te moeten ervaren dat er onder de circa 170 lid zijnde gezinnen kennelijk weinig geïnteresseerden waren om als vrijwilliger een handje uit te steken. In mei van dat jaar, slechts twee maanden na de opening, moest door het bestuur al worden geconstateerd dat de speeltuin slecht bezocht werd (al werkte het weer dat voorjaar ook niet mee). De skelters van de verkeerstuin voldeden niet en de straatjes van de verkeerstuin zaten vol bulten en kuilen. De grootste teleurstelling was echter de (bijna) structureel weggevallen belangstelling van de jeugd en het gebrek aan interesse voor het vele benodigde vrijwilligerswerk. De jeugd probeerde men nog terug te winnen door extra evenementen te organiseren zoals wederom luilakactiviteiten en een jeugdvismiddag maar alles bleek een kortdurend effect te hebben. In september 1975 belegde het bestuur een avond in het Dorpshuis waar elke Oudorper voor werd uitgenodigd om kennis te maken met het speeltuinwerk doch vooral om te trachten het grote tekort aan vrijwilligers en bestuursleden (er waren er nog slechts drie!) te neutraliseren. De respons was, met slechts vier belangstellenden, helaas zeer mager. Nog een ander fenomeen werd in de loop van 1975 duidelijk en dat was dat het gebrek aan opslagruimte zich wreekte en er dure spullen zoals de skelters van de verkeerstuin in weer en wind buiten moesten blijven staan en verder was het hek om de speeltuin dusdanig laag dat er gemakkelijk overheen geklommen kon worden en zo vandalen er vrij spel hadden. Het bestuur werd er mismoedig van, ook al omdat de lasten over een beperkt aantal schouders verdeeld bleven. Aan het eind van het jaar was de lol er goed af en de leden van het dagelijks bestuur kondigden aan er per 1 januari 1976 mee te willen gaan stoppen. De te hulp geroepen bemiddelaar de heer Hofman van de Werkgroep Oudorp wist evenwel het bestuur over te halen de schouders er nog één keer onder te gaan zetten met de hulp van zijn stichting. Het einde (1976) Zo vond men eind 1975 weer genoeg energie om nevenactiviteiten te ontwikkelen, zoals algemene ruilbeurzen in het Dorpshuis, filmmiddagen, een Paaseierenochtend, rolschaatswedstrij den en had men weer een kerstboom verbranding nabij de bocht in de Munnikenweg georganiseerd. De openstelling werd verruimd naar zes dagen in de week, maar daarbij bleek het onontkoombaar om weer met een betaalde speeltuinwacht te gaan werken. Hiervoor werd echter geen kandidaat gevonden, zodat de inzet van de eigen vrijwillige speeltuinwachten als mevrouw Dijkstra en de heer Bijsterbosch voor de oplossing moesten gaan zorgen. Redelijk goed geluimd ging het bestuur aldus het nieuwe seizoen in maar de lucht zou spoedig weer betrekken. In augustus moest men constateren dat het aantal leden in een jaar tijd van 170 naar 45 was gezakt hetgeen zeker ook zijn oorzaak vond in het feit dat de speeltuin zowel uit het zicht lag als nogal afgelegen was en daardoor ook niet direct uitnodigde tot het komen spelen. De vernielingen in de avonduren door de oudere Oudorpse jeugd namen helaas steeds grotere vormen aan en men zocht hulp bij de gemeente Alkmaar, maar vond daar tot hun grote teleurstelling geen enkel gehoor. Ook financieel stond het water de club aan de lippen, al bleef men juist buiten de schulde, en kwam men tot het voornemen om de speeltuin per 1 oktober te sluiten. Voor de aanname van dit besluit werd er nog een ledenvergadering Stickling 1 Hlitnriich^ Oudorp 44 Kroniek van Oudorp juni 2012 uitgeschreven waar echter geen enkel lid op af kwam. Hierop concludeerde het bestuur dat het benodigde draagvlak ontbrak in de gemeenschap en dat men zich kennelijk neerlegde bij de sluiting van de speeltuin. De opheffing werd daarmee formeel en de gemeente werd in kennis gesteld van het feit dat de vereniging de huur definitief opzegde. Dat leidde op 16 december 1976 tot zakelijk overleg met wethouder Helder aangaande de afwikkeling. De bouwkeet werd teruggegeven aan de gemeente en de kapotte en dus onveilige speelwerktuigen zouden door het bestuur worden verwijderd. Een aantal speeltoestellen waren nog in goede staat en zouden voor algemeen gebruik worden achtergelaten. Uiteindelijk zou de aanleg van appartementengebouw De Strandwal die, in het midden van de jaren '90 - grotendeels op het terrein van de voormalige speeltuin - plaatsvond, dit Oudorpse initiatief voor de jeugd voorgoed doen vergeten. H Dick Veel

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek van Oudorp | 2012 | | pagina 44