RH
Oudorp wordt het
eerst vermeld in
een aantekening
uit het begin van
de lle eeuw in een
sacramentarium
in de abdij van
Echternach.
Uit: 'Een kwart eeuw oudheidkundig
bodemonderzoek in Nederland',
door dr. J.G.N. Renaud (1947)
tegenwoordige kerkje werd in 1858
gebouwd. Er is dus maar weinig over van
de oorspronkelijke situatie, zodat alleen
een archeologisch onderzoek ons in de
toekomst meer gegevens kan verschaffen
hoe de situatie vroeger is geweest.
Zoals we reeds zagen staat de kern
van het oude dorp op de geestrug die
zich nog duidelijk als een langgerekte
tong in het landschap laat herkennen.
Van hieruit ondernamen de Westfriezen
in de 12c eeuw hun plundertochten,
gedwongen door overstromingen
en hongersnood, via Alkmaar dat
herhaaldelijk in vlammen opging. De
Hollandse graven organiseerden op hun
beurt strafexpedities naar het Westfriese
gebied, zonder in staat te zijn het geheel
te kunnen onderwerpen. Alkmaar, dat
als uitvalsbasis bij die gelegenheden
een centrale, strategische plaats innam,
ontving in 1254 vooral om die reden zijn
stadsrechten.
Floris V is het als eerste gelukt de
Westfriezen te onderwerpen. Het verhaal
is bekend, vooral door de rijmkroniek
van de tijdgenoot Melis Stoke, de klerk
die aan het hof van Floris V verbonden
was en de gebeurtenissen van nabij
meemaakte. De graaf ondernam in 1272
zijn eerste expeditie met als doel de dood
van zijn vader te wreken. Hij liet een dijk
aanleggen tussen Alkmaar en de geestrug
van Oudorp. Onder de gesneuvelden
van genoemde strafexpeditie bevond
zich ook Wouter de Vries, de baljuw van
Kennemerland, die kort tevoren van
Floris V enige bezittingen in Alkmaar
gekregen had.
De dijk - later de Munnikenweg
genoemd - naar het Carmelietenklooster,
dat daar in 1467 gebouwd werd, ligt er
nog steeds. Pas tien jaar later waagde de
graaf een nieuwe poging, nu met meer
succes. Per vloot viel hij West-Friesland
aan. Het leger werd bij Wijdenes
ontscheept waarna de Westfriezen in een
aantal veldtochten in de jaren 1282-1285
onderworpen werden.
De graaf consolideerde zijn
overwinning door het bouwen van
een aantal versterkingen: het kasteel
van Medemblik, de Nuwendoorn bij
de Westfriese zeedijk ter bescherming
hiervan en bij Oudorp een tweetal
burchten. Deze moesten de toegangsweg
tot Oudorp, de Munnikenweg,
beschermen. Aan weerszijden van deze
weg verrezen toen de Middelburg en de
Nieuwburg.
Via archeologisch onderzoek kennen
we thans de plattegronden van deze
kastelen. De Middelburg werd in de jaren
1942-1943 opgegraven. Het bleek een
kleine versterking te zijn, voorzien van
een grote vierkante toren. Hier verbleef
in de Middeleeuwen de rentmeester van
Kennemerland en West-Friesland.
De Nieuwburg, gelegen bij de
Kroniek van Oudorp juni 2012 23
SlkhHtig 1
Hlsturlsch^
Oudorp
hl