A In de Mid de! eeuwen (de 12' eeuw) was Ou do lp vaak liet middelpunt van lieL oorlogsgeweld dat samenhing met de strooptochten van Hollanders en Westfriezen over en weer. In 1204 was Graaf Willem I er enige tijd ondergedoken toen hij in de zogenaamde Loonse oorlog het erfrecht van zijn nicht Ada uiteindelijk met succes - betwistte. En toen de Hollandse graven in de tweede helft van de 13e eeuw ernst gingen maken met de verovering van West-Friesland, was wederom Oudorp een centraal punt. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de bouw van een tweetal kastelen door graaf Floris V in 1289, zoals we nog zullen zien. Maar ook later in de Middeleeuwen blijft het er rumoerig. De verbannen Deense koning Christiaan II verblijft enige tijd in het Carmelietenklooster aan de Munnikenweg in 1531 en houdt flink huis in Oudorp. En tenslotte de 80-jarige oorlog die in Oudorp zijn sporen naliet. Don Frederik had in Oudorp zijn hoofdkwartier van waaruit de aanvallen op de Friese poort werden ondernomen tijdens het beleg van Alkmaar. Daarna hielden de troepen van Sonoy er danig huis waardoor het dorp en de kerk in vlammen opgingen. De goederen kwamen gedurende korte tijd aan Alkmaar zodat we mogen zeggen dat Oudorp in 1573 reeds enige tijd bij Alkmaar geannexeerd is geweest. Oudorp wordt het eerst vermeld in een aantekening uit het begin van de 1 le eeuw in een sacramentarium in de abdij van Echternach. Hierin wordt de kerk van Aldenthorf' genoemd als dochterkerk van de kerk van Heiloo. De moeilijkheden rond het kerkenbezit van Echternach in het Hollandse gebied worden in diverse oorkonden in het midden van de 1 le eeuw uit de doeken gedaan (1063). De Hollandse graven hadden deze kerken met hun inkomsten wederrechtelijk in bezit genomen. Nieuwe regelingen worden dan getroffen die we hier niet allemaal zullen volgen. Het is een ingewikkelde zaak die eerst in 1156 definitief geregeld wordt. Er blijkt dus reeds in het begin van de 1 le eeuw te Oudorp een kerkje te hebben gestaan en wel op de uiterste zuidpunt van de geestrug, waarop zowel Oudorp als Sint Pancras zijn gelegen. Archeologisch onderzoek in de jaren 1969-1970 heeft dit aangetoond en tevens dat het gebied rond het kerkje 22 K.R.ONI EK VAN OUDORP JUNI 2012 StklMiuj; V Oudorp van Oudorp in de loop van de 12e eeuw werd uitgebreid door ophoging. Dit was een in die tijd veel gebruikte manier om het woongebied te vergroten en tevens te beveiligen tegen de hoge waterstanden en overstromingen waar men in de tweede helft van de 12e eeuw zo veelvuldig last van had. Interessant is dat onder deze ophoging de sporen van akkerbouw zijn aangetroffen in de vorm van ploegsporen. In de directe omgeving van het kerkje van Oudorp (De Terp) was dus akkerland. Over de bouwgeschiedenis van het kerkje is nog weinig bekend. Het oorspronkelijke houten kapelletje, dat in het begin van de 1 le eeuw genoemd werd, werd later door een stenen gebouw vervangen. Hier preekte omstreeks 1300 de priester Theodoricus(13l4) die evenals zijn opvolger - ook Theodoricus geheten - het inwonertal van Oudorp drastisch zag teruglopen. Dit op het platteland in de I4e eeuw overal voorkomend verschijnsel, had ook voor Oudorp zijn weerslag. Het dorp verarmde zozeer dat het tegen het eind van de I4e eeuw door de landsheer van allerlei verplichtingen moest worden ontheven. In 1514 telde Oudorp nog slechts 120 communicanten: een opmerkelijk laag aantal vergeleken met de omliggende plaatsen. In 1573 ging de kerk in vlammen op na het ontzet van Alkmaar, waarna deze in 1599 weer hersteld werd. De bakstenen toren, die eveneens uit de Middeleeuwen dateert, werd in 1866 afgebroken. Het

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek van Oudorp | 2012 | | pagina 22