"Toen ik daar wasverscheen er het hoofd van een al wat oudere vrouw voor een van de luikjes en deze vroeg wie ik was en wat ik daar kwam doen «rs zat nader de inlevering ïht worden er e gaan >en; ihikking inleveren ten der naam van Het rroep niueele resux van politte en in het pand van -i VI Mc, ÖM3. rtm tcefcebooren ea ïffiupa tt wnrów desbetreëeade pgUk**, r^vokCM" zou zich wel een mogelijkheid voordoen voor mijn vader om even met Wim te spreken. Dat is ook gebeurd. "Toen ik daar was, verscheen er het hoofd van een al wat oudere vrouw voor een van de luikjes en deze vroeg wie ik was en wat ik daar kwam doen." Hij heeft toen zijn naam genoemd en gevraagd wie zij dan wel was en waarom ze daar zat. Hij kreeg daarop een heel relaas. Haar man was eveneens opgepakt en zat bij haar in de cel. Hun zoon was bij de S.S. en was gedeserteerd. Op hun zoektocht naar hem waren de Duitsers bij hen geweest en toen ze merkten dat hij niet thuis was, hadden ze zijn ouders gevangen genomen. Op mijn vraag of het hun bekend was waar hij zat antwoordde ze dat ze een vermoeden hadden dat hij ergens aan de Frieseweg moest zijn. Op dat moment werd wel duidelijk waarom die razzia enkele dagen eerder was geweest: de oudjes hadden doorgeslagen! Ook bleek dat broer Wim ten laste werd gelegd dat hij een radio in zijn bezit had, hetgeen volgens de verordening van de Duitsers verboden was. Met mijn moeder en met anderen, ook met mensen van de ondergrondse, besprak hij zijn probleem: "Mijn broer zit door mijn schuld. Moest hij zich niet aanmelden en zeggen dat ze niet Wim, maar hem moesten hebben? De reacties van buitenstaanders waren: "Nooit doen! Ze houden jullie beiden! Je broer komt er toch niet door vrij." Mijn moeder wilde hem dit niet aanraden: "Je moet je door mij niet laten weerhouden en het voor jezelf uitmaken wat het beste is". Op 6 of 7 februari meldde mijn vader zich bij het politiebureau in Alkmaar. Er was afgesproken dat Wim vrijgelaten zou worden, maar toch werden ze beiden op transport gesteld naar de Euterpestraat te Amsterdam. "Daar werden we door een zogenaamde Duitse rechter verhoord en heb ik het hele geval uitgelegd. De gevonden radio was mijn bezit, die had ik tevoorschijn gehaald en daar neer gezet. Mijn broer wist niet dat het toestel in de schuur verborgen was, omdat hij daar nog niet zo lang woonde. Af en toe vulde Wim iets aan. We hadden ons verhaal meerdere malen gerepeteerd." Tenslotte kwam de uitspraak: Wim werd vrijgelaten en mijn vader moest de cel in. Een dag of wat later werd hij overgebracht naar de gevangenis aan de Amstelveense weg. Eerst kwam hij in een hal, waarin reeds een stuk of tien gevangenen wachten. "Die moesten met hun gezichten naar de muur staan, met de handen boven het hoofd. Enkele aan het oostfront verminkte S.S.-ers bewaakten hen. Ze liepen achter de mannen heen en weer en brulden dan dit, dan dat. Wie het waagde achterom te kijken, werd door hen op een gruwelijke manier afgetuigd." Toch was het eten en de behandeling in deze gevangenis beter dan wat hij in de Euterpestraat had meegemaakt. Ze zaten met acht man in een cel. In de cel was slechts één bed. Dat was bestemd voor de oudste onder hen. De anderen sliepen op de grond, gelukkig was er wel voor ieder een matras. Het toilet - een emmer met een deksel - bevond zich in de hoek. Mijn vader kwam als laatste in de cel en het hoofdeinde van zijn matras lag zo ongeveer tegen de emmer aan. 's Nachts stommelde dan de een en dan de ander over hem heen. Onder de gevangenbewaarders waren mensen die ze konden vertrouwen. Ze wisten precies wie er dienst had en wie de emmer moest legen. Een manier om thuis te laten weten hoe je het maakte was door op toiletpapier een brief te schrijven en die te bevestigen aan de onderkant van het deksel. Er werd dan gezorgd dat de brief op het juiste adres kwam. Mijn moeder is al heel snel naar toenmalig burgemeester Bos gegaan. Zij heeft hem het gehele geval uitgelegd en zijn hulp gevraagd. De burgemeester heeft daarop een brief geschreven en die mijn moeder voorgelezen. Het was een goed verhaal: Een vrouw die de zorg had voor twee kinderen en een agrarisch bedrijf, belangrijk voor de voedselvoorziening. Kroniek van Oudorp juni 2012 13 Stichting Hkftrlitbl Oudorp hl

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek van Oudorp | 2012 | | pagina 13