De Omval Een (on)belangrijk gebied Zoals de aanhef van dit artikel al aangeeft, kun je op veel manieren naar het gebied ten oosten van Alkmaar, ten westen van de Schermer en ten zuidoosten van de Oudorp aankijken. Zeker in het verleden bevond de Omval zich in het hart van de Schermer en Oudorp. Echter, zo u wilt, vormt het gebied ook de toegang naar deze plaatsen. Een vergeten gebied, zeker in het verleden. Een gebied dat op zichzelf heeft gestaan. Met - toen - eigen voorzieningen op allerlei gebied. Een gebied ook waar verschillende families al generaties lang wonen en werkten. Zijn ligging heeft in de loop van de tijd een grote invloed gehad op het leven van zijn bewoners. De vorming van de bodem heeft zo'n 5000 jaar geleden plaats gevonden. Archeologisch gezien is ons woongebied een aardkundig monument. Op een klein oppervlak zijn bijzonder veel grondsoorten, zowel aan het aardoppervlak alsook op grote diepten, waar te nemen. Bij de aanleg van het viaduct bij de reconstructie van de N 242 in 2005 werd de samenstelling van de bodem tot op een diepte van 16 meter zichtbaar. Het was een geweldige ervaring om op grote diepte de samenstelling van de bodem in al zijn verschillende grondsoorten en lagen op zo'n klein oppervlak te zien. Het gele zand van de oude strandwallen was hier en daar zichtbaar, evenals allerlei kleuren blauw zand. Zwarte veenlagen, kleilagen, schelpenlagen, resten van planten, die eeuwen lang verborgen waren geweest. En het is ook deze wisselende samenstelling van de bodem welke er voor gezorgd heeft dat land en tuinbouw hier zijn toepassing heeft gevonden in het verleden. Ook heeft deze bodemsamenstelling er voor gezorgd dat er verschillende plekken waren waar een brongasinstallatie kon worden geplaatst (moerasgas). Tegenwoordig ligt aan de westrand van de Schermer een groot bollenteelt gebied en de specifieke tuinbouw is er bijna verdwenen op de drie volkstuinverenigingen,wat grasland en een deeltijd tuinbedrijf na. Als woongebied kan het ook al zeer oud zijn. Op kaarten uit 1400 ligt er een gebied ten zuidoosten van Oudorp, buiten het gebied van de Rekeredijk, waar het riviertje de Rekere in de toenmalige Schermeer uitkwam (Westfriese Ommeringdijk). Buitendijks land zou men tegenwoordig zeggen. Op een kaart uit 1575 wordt dit gebied duidelijker. Bewoners uit die tijd konden van hieruit uitkijken naar schepen over de Schermeer en de Lange Meer (Alkmaardermeer). Het was echter ver buiten Oudorp of Alkmaar gelegen. Tot de 17e eeuw stond hier een baken voor de schepen die over open water van de Schermeer via het Zeglis hun weg zochten naar de Alkmaarse markten. Op een van de ramen van de kerk in de Rijp is hiervan nog een afbeelding te zien. Het is dan ook zeer wel mogelijk dat hier een mogelijk oorsprong van de Omval heeft gelegen. Bij de aanleg van de droogmakerij van de Schermer komt voor de polder een belangrijk gebied boven water. Namelijk het begin - of zo u wilt - het einde van de Noordervaart. De droogmaking van de Schermeer is mede mogelijk gemaakt door toenmalige Alkmaarders. Zij wilden een rechtstreekse vaarverbinding door de polder en het verdere achterland. Dit voor het vervoer van ondermeer landbouwproducten van en naar de stad. Ook de verbinding naar de steden Hoorn en Purmerend zijn voor de handel vanuit Alkmaar van groot belang. De Staten van Holland verdeelden het gebied aan de omliggende dorpen en steden. Hierdoor werd de Omval al zeer vroeg toebedeeld aan Alkmaar en Oudorp. De scheiding liep tussen de polders met de letters E en F vanaf de Korte Schermerdijk van huis nr. Omval 1 via de sloot achter de huidige kassen en de noordelijke inrit van de fietstunnel bij de N242 langs de Noordzijde van de volkstuin (de Omval in de Schermer) verder in oostelijke richting. Deze scheiding van gemeenten heeft geduurd tot 1972 toen Oudorp bij Alkmaar kwam. Bewoners van de Korte Schermerdijk gingen dan ook naar de school en eventueel ook naar de kerk van Oudorp. Bij de volgende reconstructie in 1992 wilde Alkmaar zeggenschap behouden over de randweg. Hierdoor werd een deel van de polder de Schermer en dus ook de Omval zeer vreemd ingedeeld. Alle gronden ten oosten van de randweg behoren bij de Gemeente Schermer en alles ten westen hiervan is Alkmaar gebleven. De voor de hand liggende gemeentelijke herindeling ligt natuurlijk in de ringvaart (de polder) om de Schermer. Deze natuurlijke grens is jammer genoeg genegeerd. Het gegeven van aan en afvoer heeft in de loop van de eeuwen altijd een rol gespeeld. Via het water van de Noordervaart en het Zeglis, vervolgens het water van de Zaadmarkt (Luttik Oudorp), naar het Waagplein (de Waagtoren) de handelsplek in Alkmaar. Over de weg: via de weg langs de Noordervaart, de brug aan het einde van de Omval, de Oude Schermerweg (in het verleden Steeweg genoemd), de Schermerpoort, het Heiligland, de vlotbrug en zo over het Luttik Oudorp naar het Waagplein in Alkmaar. Reeds voor de aanleg van de Noordervaart (de inpoldering van de Schermeer vond plaats in 1635) moest er de toezegging zijn dat aan beide zijden schutsluizen met overtoom zouden worden aangelegd. Dit om schepen over de ringdijk te halen. De kosten hiervan en het onderhoud kwamen ten laste van de gemeenschap, echter de opbrengst moest ook aan de gemeenschap worden toebedeeld. De eerste woonbebouwing en ook een herberg ontstaan dan ook op deze plek aan de noordzijde van de Omval. Op de kaart uit 1680 is deze zichtbaar. Vanuit de polder werd het overtollige water via molens in de boezem gemalen. Wanneer echter niet meer gespuid kon worden, moest het bemalingsysteem worden gestopt. (Instructie voor de molenaars in de Schermeer). Dit gebeurde in het begin van de droogmakerij door mondeling contact tussen de molenaars. Later ging dit door middel van een blauwe vlag overdag en 's nachts met een kaarsenlantaarn. Later werd een olielamp gebruikt die in de wieken van de molen werden verbonden. Nog later hees men een olielamp in een kroniekvan Oudorp juni 2011 25

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek van Oudorp | 2011 | | pagina 25