Ai
Sllditing I
Hiiloriïdi 1
Oudorp
Ruïne van het kerkje, 1711
1677; pastoor Jacobus Aldenhoven, begraven op 20 maart
1712; pastoor Joannes Babtist Brikkenaar overleden op 25
juli 1760; pastoor Martinus Kouwenhoven is overleden op 5
september 1809. Dit is de laatste pastoor die in de hervormde
kerk werd begraven.
Als laatste in de rij volgde pastoor Joannes Petrus Joseph
Houbraken die overleed op 27 december 1857. Hij werd op
januari 1858 begraven op het kerkhof.
Sinds 1820 is het verboden om overledenen in de kerk te
begraven. In 1863 kreeg de Laurentiusparochie een eigen
kerkhof. Hoe De Terp er uit zag vertelde Gijsbertus Boomkamp.
Hij maakte op 5 juli 1739 een rondwandeling door Oudorp.
Hij hoorde, zag en schreef op:
De kerk waarvan het choor in ruïne ligt is lang 234 voet. Het choor
binnen zijn uren 2 voet dik en wijt 19 3/4 voet. Aan de kerk is zeer
tveinig tufsteen en meest gebakken stenen van 1 voet lang en 2V2
duim dik. De toren geheel van steen is bij gis 160 voet hoog4.
In 1858 werd het kerkje wegens bouwvalligheid gesloopt en
vervangen door het huidige kerkgebouw.
Hulde aan toren en klok
Pastoor H.J.G. van Baaren schreef augustus 1930, in zijn
memoires over de geschiedenis van de RK Kerk, zijn treurnis en
bewondering uit over de toren en de klok van voornoemd kerkje
als volgt:
Te gelijk met de toren werd de klok verkocht. Zoo menigmaal bij
vreugde en rouw, bij het te samen komen der vroedschap, bij den
aanvang der metten en der vespers ter gelegenheid van hoogfeesten,
bij dreigend gevaar van watersnood of brand had zijn stem
iveergalmd over het dorp! Welk een roemloos einde had de oude
toren, die gespierde steenklomp, gebeukt door stormvlagen, welke
brullende door zijne galmgaten loeiden.
Wij blijven in hem huldigen een gedenkteken van het
gemeenschappelijk ideaal, als hoogste uiting van vurig geloof
en opofferende gezindheid der voorvaderen, een historisch
schoonheidsobject, waarin het leven van hele geslachten, hun willen,
denken en geloven was vastgelegd. Die dorpstoren van Oudorp die
vijfeeuwen had gekend, was eenmaal een vertegenwoordiger ener
oude wereld die verre achter ons ligt en bij de herinnering aan
zijn treurig einde wegens verwaarlozing en geldonmacht, kan de
volgende klacht wel gepast zijn.
Eeuwen oude stenen toren
Roerloos hebt gij pal gestaan
't Droevig eind was u beschoren
Moest gij zóó ten gronde gaan!
't Heiligdom aan u verbonden
Werd door beeldenstorm geschonden,
Moederloos bleef gij alleen.
Toen van hulp en zorg verstoken,
Heeft het u aan kracht ontbroken.
Uitgeput valt gij inéén'.
Over de eerste eeuwen uit de geschiedenis van de RK Kerk
te Oudorp zijn geen namen bekend van pastoors die hier
voorgingen in de eucharistie. Pas in 1314 kwam daar verandering
in en werd een aantal namen bekend. Wie dat waren?
Kroniekvan Oudorp juni 2009 31