if Stalling V Hltforbe&l Ouitoip victorie was begonnen, zoo kwam nu van daar de eerste noordwester bui, die uit de arminiaansche libertijnerij tegen de gereformeerde kerk is losgebroken, geweldige bode van 't groote onweder, dat kort daarna de kerk vooral in Holland en Zeeland op 't punt heeft gebracht van te vergaan'. Een andere eigentijdse historicus, Willem Baudart, noemde Aris vleiend 'een groot arminiaansch idioot'. Er is sindsdien door verscheidene historici veel over deze gebeurtenissen geschreven; het zou echter te ver voeren hier nu in detail op in te gaan. Keren we weer terug naar Johannes Uyttenbogaert en Johan van Oldenbarnevelt. In 1609 ging het door Van Oldenbarnevelt voorgestelde Twaalfjarig Bestand in. Een jaar later wordt door hem aan de Heeren Staten van Hollandt ende Westfrieslandt een document aangeboden, waarvan er volgens prof. Groenewegen 'weinig in de geschiedenis van het Nederlandsche volk van zoo groote beteekenis en zoo veelzijdigen invloed is geweest'. Het betreft hier de Remonstrantie van 1610, ondertekend door zo'n veertigtal verontruste predikanten, onder wie Aris Volkertsz. Dit document is vrijwel zeker opgesteld door Johannes Uyttenbogaert en aan de Staten aangeboden door Johan van Oldenbarnevelt. Naar aanleiding van dit 'protest' bepaalden de Staten dat de Arminianen, vanaf nu remonstranten genaamd, hun geloof vrijelijk mochten verkondigen. Bovendien werd bepaald dat de calvinisten hun plaats in de kerken moesten afstaan. Ter compensatie werd hen ruimte geboden in kerken en kerkjes vaak buiten de steden, zoals voor Alkmaar in het dorpje Koedijk. Deze situatie was verre van ideaal en moest op termijn wel leiden tot een probleem van enige omvang. Prins Maurits heeft tot 1617 in de idee van het vreedzaam naast elkaar bestaan van de twee confessies geloofd. Maar toen Johan van Oldenbarnevelt in de tweede helft van het Twaalfjarig Bestand met 40 KRONIEICVAN OUDOR.P |UNI 2008 de Spanjaarden maar niet tot een vergelijk kon komen, vatte Maurits het plan op om op relatief korte termijn een nieuw leger te vormen om de Spanjaarden weer te bestrijden. Maurits riep toen zelf een synode bijeen, die in 1618-1619 in Dordrecht werd gehouden. Tijdens deze synode draaide Maurits de zaak weer om: zo'n 200 remonstrantse predikanten werden afgezet, waarna de calvinisten hun plaats in de kerk weer innamen. Johannes Uyttenbogaert werd uit het ambt van predikant ontheven en tot levenslange ballingchap veroordeeld. Ook Johan van Oldenbarnevelt moest het ontgelden, hij werd op 13 mei 1619 in Den Haag onthoofd. Het leek er op dat op het gebied van de godsdienst de calvinisten weer het alleenrecht hadden verworven. Dit was echter maar voor korte tijd het geval, want al spoedig traden geloofsgemeenschappen van verschillende richtingen in de openbaarheid waarbij zij zich vrijelijk, zij het aanvankelijk in schuilkerken, konden manifesteren. Nadat Maurits in 1625 was overleden, kwam het religieuze leven in nog rustiger vaarwater. Johannes Uyttenbogaert zien wij al spoedig weer in Den Haag als predikant verschijnen. In de nu volgende jaren heeft hij de Remonstrantse Broederschap ontwikkeld tot een zelfstandige kerk. En Aris Volkertsz? Hij is waarschijnlijk in 1612 aan de pest overleden. De precieze datum en plaats dat hij begraven is, zijn niet bekend. Maar wel wie zijn opvolger in Oudorp werd: Petrus Aemilius, de ex-predikant van Oldendorp. Ongehinderd, want het verplicht ondertekenen van de formulieren was door de Staten buiten werking gesteld. De grens naar de godsdienstvrijheid was hiermee in positieve zin overschreden. Frits Hoeksema

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek van Oudorp | 2008 | | pagina 40