God's Harem Honderd jaar Sint Josephschool Aï Siidttiag W HUturbch* Oodörp In 1904 hebben Pastoor Maat en het kerkbestuur het voor elkaar! Oudorp krijgt een katholieke school. Met vier leerkrachten, twee leken-onderwijzeressen en twee zusters Ursulinen. Op 1 oktober 1906 zal de school en het bijbehorende klooster worden geopend. Op 27 september arriveren vanuit Monnickendam de zusters Gerarda, Ursula en Norberta en juffrouw Kramer. Ze worden door de pastoor en het kerkbestuur per koets afgehaald in 'de stad' (Alkmaar). Pastoor Maat is zeer teleurgesteld als er naast juffrouw Kramer slechts drie zusters instappen. Want hij verwacht acht zusters aan te treffen. De andere vijf blijken echter uit Bergen te zullen komen en daar is hij het niet mee eens, want hij heeft er acht 'besteld' uit het klooster van Monnickendam. De zusters zitten er wat bedremmeld en stil bij. In Oudorp blijkt er veel belangstelling van de dorpsbewoners te zijn voor de aankomst van de zusters en overal hangen de vlaggen uit. Bij het uitstappen staat de pastoor al op straat en tot grote verwondering van de omstanders roept hij: "Voorzichtig, moeder Gerarda heeft maar een arm!". Ze heeft er wel twee, maar de ene is van hout. De rijtuigen gaan meteen weer terug om de zusters uit Bergen op te halen. Onder de officiële gasten is ook pastoor Smeeman, die uit Groenendijk is overgekomen om aanwezig te zijn bij de opening van 'het filiaal' Oudorp. Deze Pastoor Smeeman 1853 - 1912 was een zeer sociaal bewogen man, die ervoor heeft geijverd dat ook meisjes naar school konden, wat in die tijd onder het 'gewone' volk haast niet voorkwam. Ook gaf hij veel aan de armen in zijn parochie. Smeeman is pastoor in Nieuw Vennep, Schiedam en Monnickendam geweest. Hij heeft een klooster gesticht in Groenendijk (in de buurt van Leiden), omdat hij nonnen nodig had om onderwijs te kunnen geven. Met name in de kleinere gemeenten, die het traktement voor de leerkrachten niet op konden brengen. Ook stichtte hij kloosters in Bergen en in Monnickendam. Als de zusters Theresia, Maria, Ludwina, Elisabeth en juffrouw Konijn uit Bergen in Oudorp zijn aangekomen, drinken ze een kopje thee in de pastorie. Hierna worden de zusters snel naar de kerk geleid, want de mensen zitten daar al zo lang te wachten voor 'het Lof'. Pastoor Maat houdt een feesttoespraak, waarin de zusters 'Bloemen in de Oudorpse kerktuin' worden genoemd, 'Schone rozen', 'Viooltjes' en meer van dat soort fraais. Na 'het Lof' worden de school (drie lokalen boven en drie beneden) en het klooster bezichtigd. Het klooster is nog niet bepaald 'ooglijk', want alleen de refter is schoongemaakt. Bovendien staan er overal niet-uitgepakte kisten. Pastoor en kapelaan helpen met uitpakken en de kamer voor de 'leken' wordt het eerst in orde gemaakt. Bij de inwijding van de school mag iedereen het gebouw bezichtigen. In het klooster, dat pas in februari wordt ingewijd, worden alleen de priesters en de burgemeester - voorzien van ambtsketen - toegelaten. 34 Kroniek van Oudorp iuni 2008

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek van Oudorp | 2008 | | pagina 34