Ai Stichting M ttfiRrrbch 1 Oudur]) De in hoofdzaak uit Oudorpers bestaande kernploeg van vijfentwintig lieden, wist zich in een mum van tijd vergezeld van een groot aantal andere enthousiastelingen. Deze aanwas was voornamelijk te danken aan de bandjes die optraden. De ploeg kwam namelijk op het bijzondere idee om op de zondagmiddag concerten te organiseren en daar had Jan Publiek wel oren naar getuige de enorme toeloop. Allereerst brachten de popgroepjes zelf al aanhang mee. Zij traden zonder contract op en spreidden hun kunnen voornamelijk ten toon om wat ervaring op te doen. Als een lopend vuurtje ging het gerucht - een waar gerucht - dat er in de Beatbunker iets eindeloos gaande was. En zo kwam het voor dat men dagen voor een nieuw optreden op de scholen en steigers hoorde fluisteren 'wie er zondag toch weer speelde'. Zo kon Poison Ivy uit Egmond aan Zee voor een uitverkocht huis staan, werd Hans Vermeulens Sandy Coast stormachtig begroet en verzorgden Short Sixty Six, de Bintangs en vele, vele andere bandjes gedenkwaardige optredens in die donderse Beatbunker in dat kleine Oudorp. Aan het succes leek voorlopig geen einde te komen. Met de komst van de Outsiders werd een ongekend en absoluut hoogtepunt bereikt. Dit was de band waarvoor men een apart plaatsje in het lichaam had ingeruimd, waarvoor men echt warm liep. De Outsiders waren ruig, niet te moeilijk en anders.het waren echte Beatbunkeraars. Met dit muzikale geweld groeide de Bunker uit tot een jongerenclub die de wijde omtrek bestreek. Het Beatbunkergebeuren speelde zich in feite op twee niveaus af. De zondagmiddagoptredens trokken veel publiek uit stad en land; de doordeweekse activiteiten bleven bescheiden en droegen een lokaal karakter. Dat lokale karakter was van groot belang. Ook aan dat niveau ontleende de Beatbunker haar grote betekenis. Nog zijn de sporen niet uitgewist van dat zeldzame wereldje van toen. In de kroeg komt de Beatbunker nog wel eens ter sprake. Hoe men voor elkaar door het vuur ging, hoe men de zaken regelde. Een bestuur kende men eigenlijk niet, laat staan een bestuursvergadering. Als de aanhang hun voorkeur uitte voor bepaalde muzikanten, dan werd zo'n groep gevraagd op te treden. Zo toog op aandrang van de leden een delegatie naar Amsterdam om de Outsiders te contracteren. Het was maart 1967 en met de brutaliteit van een provinciaal werd met manager John B. van Setten onderhandeld. Er rolde een contract uit, waarvan je nog bedenkelijk staat te kijken, temeer daar de kas slechts een paar honderd gulden bevatte. Maar dat kon allemaal in die club met haar eigen spelregels. Buiten de 'Tien geboden aan de Muur' was er niets wat hun ervan weerhield om te doen waar zij zelf zin in hadden. In de begintijd waren het de niet-voetballers en mindere voetballers die de Beatbunker bezochten. Daar kwam al snel verandering in. Het voetbalvermaak beperkte zich toch tot herfst, winter en voorjaar en een week bestond ook toen uit méér dagen dan het weekend alleen. De leeftijd speelde ook een rol. Om het café in te vluchten was je nog te klein en je was weer te groot om tussen je ouders in te zitten. De Beatbunker bood uitkomst voor een onbestemde leeftijdsgroep. Zijdelings is al aangestipt dat het in de bedoeling van de pastoor en het kerkbestuur lag de Beatbunker zuiver en alleen te bestemmen voor Oudorpers en een handjevol Pancrassers om-ze-van-de-straat-te- houden. Toch werd er wel enige zielszorg verricht. Vooral in de persoon van kapelaan Spruyt. "Een open oor - een nieuw geluid, spreek Spruyt," 22 Kroniek van Oudorp juni 2008

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek van Oudorp | 2008 | | pagina 22