14. Ofpolle: a. de schil eraf halen
b. gras maaien
c. aftroggelen
15. Passiepant: a. soort tulpebol
b. vreemd persoon
c. 'n dameskous
16. Remele: a. veel praten
b. stoeien
c. onrustig zitten
17. Skottere: a. dom praten
b. waggelend lopen
c. koeien verweiden
18. Tater: a. mond
b. kat
c. tegeltje
19. Uithoinig: a. uitgelaten
b. veel op stap zijn
c. uitgeput
20. Veugele: a. vliegen
b. 'n nest bouwen
c. morrelen
21. Wegtrokken: a. verhuisd
b. bleek
c. heimwee
22. Zeêlt: a. soort vis
c. grote hoeveelheid
23. Ellinkie: a. schilderij
b. centimeter
c. 'n rustige plek
24. Oikeraar: a. stijve hark
b. zeurkous
c. slechte slaper
25. Waskamel: a. wasteil
b. handdoek
c. driepoot
De juiste antwoorden (met daarachter het
percentage dat de Oudorpers per meerkeuzevraag
goed hadden) zijn:
Bij deze uitkomsten moeten we eigenlijk nog een
gokpercentage aftrekken; veel woorden waren
onbekend, maar met een kans van een op drie kun
je er van de 25 toch nog 8 goed gokken. U ziet in
de percentages, dat enkele woorden geen problemen
opleverden (100 en dat andere woorden totaal
onbekend waren voor de Westfriese Oudorpers. Op
de vraag of ze nog wel eens Westfries spraken was
het antwoord bedat alle kere NEE.
Smeerolie
Taal is de smeerolie van een gemeenschap. We
kunnen rustig stellen, dat de smeerolie van de
Oudorpse gemeenschap het Nederlands is. Alleen
bij de mensen van 60 jaar en ouder kun je nog
met ons mooie dialect aankomen. Zij kunnen nog
antwoord geven in diezelfde taal. Er wordt dus nog
heel weinig Westfries gesproken in ons dorp. Dit
in tegenstelling tot buurtdorpen als Koedijk en St.
Pancras. Ook de jeugd van Oudorp, de kinderen
van twee echte Westfriezen, spreekt (bijna) geen
dialect meer. Wel vinden ze 't leuk, zeggen de
jongeren, om naar het Westfries te luisteren.
De belangrijkste oorzaak van het uitsterven van
het Westfries in Oudorp is, behalve de ligging
vlak bij Alkmaar - je bent een boertje als je dialect
spreekt! - natuurlijk de import. Uit vele delen van
de Nederland zijn mensen in Oudorp komen wonen
en die weten zelfs niet dat Oudorp geografisch bij
West-Friesland hoort. Ook de radio en de televisie
hebben een fatale uitwerking gehad op het dialect.
Jammer natuurlijk, maar niet tegen te houden. Een
prachtig cultuurelement van West-Friesland is bijna
geheel onder de Oudorpse bodem verdwenen.
Heeft het Westfries nog de oervorm?
Volgens mij gebruikt de Westfries nog vaak
de taal die vroeger tot het Algemeen Beschaafd
Nederlands behoorde. Dat Nederlands is toen
veranderd en de oervorm van bepaalde woorden is
in het Westfries blijven bestaan.
U kent vast het liedje 'Des winters als het regent,
dan zijn de paadjes diep, ja diep'. Dat lied eindigt
als volgt: 'Met myne leere van dirre dom deere, met
myne lerene LEERSJES aan'. Aha!! Leersjes! Het
Westfries spreekt nog altijd over LEERSJES
(en LEERZE). In het Nederlands zijn, onder
invloed van het Zuid-Nederlands, die leersjes laarsjes
geworden.
Hetzelfde is gebeurd met KEERSEN en kaarsen. In
het gedicht 'Het waren twee koninghskindren' staat:
Wat stack sy op: drie KEERSEN. En niet kaarsen.
Het Westfries heeft dus de juiste vorm van die
woorden behouden.
Als ik naar talen kijk die in onze buurlanden
worden gesproken, zie ik ook Westfriese elementen.
Oordeelt u zelf maar:
'Well done!' zegt de Engelsman.
Goed daan/dein! zegt de Westfries.
'My knees.' zegt de Engelsman.
Moin kniese, zegt de Westfries.
'Do you drink your milk?'
zegt de Engelsman.
Doe je lekker melk drinke? zegt de Westfries.
'Kommen!' zegt de Duitser.
Komme! zegt de Westfries.
'Zwei kleine Kühe,'zegt de Duitser.
Kroniek van Oudorp
2007
42
b. touw
1B (86 2A (100 3B(100 4C (68 5A (76 6C (100
7B (30 8A (45 9C (92 10B (76 11B (60 12C
(7 13A (7 14C (15 15B (53 16A (60 17B (37
18A (100 19A (84 20C (100 21B (30 22C (53
23B (30 24A (68 25C (37