Oudorp ligt op de westelijke grens van West-Friesland. De vraag is hoe Westfries Oudorp eigenlijk is. IJs Broers gaat in dit artikel in op de taal, het Westfriese dialect en vraagt zich af wat hiervan nog bekend is in Oudorp. Hieronder ziet u een brieve van Bets uit Oudorp dat ze stuurde naar haar zuster Trien in Heerhugowaard. Als je denkt, dat de brief geschreven is in goed Nederlands, dan denk je nog een beetje in het Westfries. Als je steeds denkt 'wat is dat voor raar taaltje', dan ben je verloren voor het Westfries. Beste Trien, Al heb ik woenesdag op tijd klaar werk, dan kom ik naar je toe. Ik mag eigenlijk nog niet in buiten, maar evengoed doen ik 't maar. Je ken niet alle dagen thuis zitten. Al neem ik de bus van negenen, dan ben ik om tien uur bij je. Piet is vandaag weer te werk. Hij heb zondag toch te voetballen geweest. Helegaar naar Heemscherk. Dat ie thuiskwam, was is puur loof. Hij had beter niet gaan kennen. Maar na een fris kopje knapte hij weer op. Om negen uur is ie te bed gegaan. Ik vind 't leuk, dat ik overmorgen je nieuwe schoenen zien ken. Hoekers zijn 't? Nou, ik schei eruit, hoor. Tot kijk. Bets. Trien doet haar uiterste best om goed Nederlands te schrijven. Maar ze is zo vertrouwd met haar dialect, dat ze in dit brieve een kleine twintig westfriesismen gebruikt. Een westfriesisme is een woord dat of een uitdrukking die uit het Westfries is overgenomen en die strijdig is met het Nederlands. Bets schrijft bijvoorbeeld: Om negen uur is ie te bed gegaan. Te bed is een westfriesisme, want buiten West-Friesland zegt iedereen naar bed. Kenmerken van het Westfries. Het dialect van West-Friesland heeft een grote hoeveelheid kenmerken. Tien ervan zet ik hier op een rij. Maar weet wel, een volledige opsomming is dit niet. 1. Het Westfries kent veel woorden die in de rest van Nederland onbekend zijn: (logé(e)), (struikelen), (aangenomen kind), (laatst, onlangs), (gluren), (ondiep), (treuzelen) e.d. n warskippertje stroffele 'n thuishaalder iemeslesten glouwe flouk trutte 2. De Westfries gebruikt vaak uitdrukkingen die in de rest van Nederland onbekend zijn: 't Bien is stik tussen die twei (de vriendschap is voorbij) De braai over de mat smere (met geld smijten) Nou zel de butter geld gelde (nu komt de verrassing) 't Geren is van de klos (hij/zij is afgeleefd) Hai loupt zoin hutte skoon of (hij is erg zuinig) 3. Bij een voltooid deelwoord wordt het voorvoegsel -ge weggelaten: Heb Kolping guster nag voebald? Ja, 2-0 wonnen. Gert heb ze alletwei maakt. Goeie skoids Die he 4. Het werkwoord 'zijn' wordt vervoegd met 'hebben': Hei je nag te kermis weest zundeg? Kroniek van Oudorp 2007 40 Kè je 't nag?

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek van Oudorp | 2007 | | pagina 40