1573 waren in het gehele gebied van het Geest-
merambacht drie baljuws actief. Zo was er een na
mens het Hoogheemraadschap, een tweede persoon
lijk aangesteld door de graaf van Holland Filips II,
en een op 27 februari 1573 persoonlijk aangestelde
baljuw door prins Willem van Oranje. Aangezien de
baljuws in Holland tevens verantwoordelijk waren
voor de waterhuishouding en het dijkbeheer, is het
aannemelijk dat de laatstgenoemde baljuw, Simon
van Veen, op aangeven van de prins voor het onder
water zetten van het zuidelijke deel van de Geest-
merambacht heeft zorggedragen. Het is denkbaar dat
een dijk genaamd Zijdewind - een dwarsdijk die al
omstreeks het jaar 1200 is aangelegd tussen benoor-
den Koedijk en bezuiden Oudkarspel - hierbij een
rol heeft gespeeld. Deze dijk vormde de noordgrens
van een niet-beleend grafelijk gebied, waarover Filips
II persoonlijk de scepter zwaaide. Het feit dat prins
Willem van Oranje in dit gebied ook een baljuw
heeft aangesteld, kan dan ook beschouwd worden als
een soort staatsgreep. Deze baljuw, Simon van Veen,
zou mogelijk via een duiker in de Zijdewind het
water dat 'uit het noorden en oosten kwam' en zich
benoorden deze dijk had opgehoopt, in het grafelijke
gebied hebben toegelaten. Het lijkt onwaarschijnlijk
dat Sonoy -naar aanleiding van een verzoek van het
Alkmaarse stadsbestuur om de directe omgeving van
de stad onder water te zetten- hierbij betrokken is
Kroniek van Oudorp
2007
15