Foto2:
De Molenkade in de jaren 60
Het doel van het Jaar van de Molen is daarom
simpelweg: meer betrokkenheid van over-
Foto 3
heid, politiek en een breed publiek en meer
Maar de inzet van de talloze stichtingen, ver-
geld voor het behoud van de molens. Hier
enigingen en vrijwilligers die zich het lot van de
molen E in de huidige staat. Op het punt
molens aantrekken is echt onmisbaar.
om opgeknapt en gerestaureerd te worden.
Foto 4
Het interieur van Molen E met me
vrouw Schoenmaker-van der Pluijm
overige molens dienden de zeilvoering van de
admiraal te volgen. Het salaris van een molenaar in
de admiraal lag hoger dan die van de anderen.
De reden kunnen we alleen maar naar gissen. Feit is
wel dat een molen door het draaien van de wieken
door oververhitting kan verbranden.vermoedelijk
was molen F oorspronkelijk de admiraalsmolen.
Deze is kort na de bouw verbrand. De zeilvoering
werd gevolgd door overdag een zwarte of
donkerblauwe vlag in de wieken te hijsen. 's Avonds
gebeurde dit door een stormlamp. Peil bereikt:
stoppen met malen!
Seinmolen
Molen E was tevens de seinmolen. Wat deed de
seinmolen? Hij seinde naar de ambachtsmolen (de
enige nog overgebleven molen bij de Kippenbrug)
welke op zijn beurt weer seinde naar de molens aan
de Huygendijk.
Seinen gebeurde niet alleen door een vlag of een
lamp maar ook door de stand van de wieken. De
molens aan de Molenkade vielen onder de polder
Heerhugowaard. De molens zijn strijkmolens: zij
streken het water af. De molens loosden op het
Raaksmaatboezem. Als de boezem zou overstromen
liep het Geestmerambacht onder water. Achter
de Raaksmaatboezem loopt de Schermerboezem.
Deze boezem loosde via het Alkmaardermeer op
zee. Strijkmolens hebben een korte vijzel. Indien
deze 2 meter breed was en de wieken hadden 20
omwentelingen gemaakt (80 enden: een end is een
wiek, 4 enden dus een hele omwenteling) werd er 50
kubieke meter water per minuut gemalen
Waarom een Jaar van de Molen?
Het belangrijkste doel van het Jaar van de
Molen is het vergroten van de publieke en politieke
belangstelling voor het culturele erfgoed dat de ca.
1200 molens die ons land nog rijk is vormen.
Om dit erfgoed te behouden moet erg veel kostbaar
onderhoud aan de molens worden gepleegd. Ook
zijn er vele molens die aan een grondige restauratie
toe zijn. Door Rijksoverheid, Monumentenzorg,
provincies en gemeenten wordt er in financieel
opzicht al veel gedaan, al kan het natuurlijk altijd
beter.
Gerard Reus Peter Groot
Kroniek van Oudorp
2007
13