van Aldenthorf' Toen ik in 196Ï ais de 'nieuwe' burgemeester van Oudorp op een bijzonder hartelijke wijze was ingehaald, trof ik daar een gemeente aan, waarin nog heel veel bij het oude was gebleven. Zoals in zoveel andere landelijke gemeenten in die tijd was het er buitengewoon rustig; het was er goed wonen temidden van prettige mensen, die de goede eigenschap hadden om onomwonden te zeggen hoe ze ergens over dachten. Oud-burgemeester van Oudorp J.H. Kok Op mijn eerste echte werkdag vond ik evenwel in een van mijn bureauladen een dossier met de niet zo vriendelijke naam 'annexatie'. Dat woord betekende voor mij nu niet direct een flinke meevaller en in de jaren daarna zou dit wel de hoofdmoot van mijn activiteiten wor den, Voor mij en mijn gezin begon toen de echte historie van Oudorp. Al heel gauw werd duidelijk, dar naar de inzichten van de provincie en van de landelijke overheid een groot gedeelte van het Oudorper grondgebied in de niet te verre toekomst zou moeten worden bebouwd. Zowel het college van burgemeester en wethouders als de gemeenteraad waren van oordeel, dat aan die plannen niet zou zijn te ontkomen. Daarom stelden zij zich tegenover die plannen positief op, maar spraken zich wel uit voor het be leid, dat de realisering dan door de gemeente Oudorp zelf moest worden uitgevoerd. Zelf bouwrijp maken en bouwen werd dan ook het motto voor de volgende jaren. Met bekwame spoed weiden -gerekend naar de toenmalige Oudorpse schaal- grote uitbreidingsplannen gemaakt, werden de benodigde gronden aangekocht, die met het uit het Alkmaardermeer afkomstige zand werden opgehoogd en werd het slaan van eerste palen een bijna alledaagse gebeurtenis. Het was een hectische tijd, waarin Oudorp liet zien, dat een annexatie zeker voor het tijdig gereed maken van een flink industrieterrein, voor de woningbouw en voor de overige daarbij behorende voorzieningen niet per se nodig was. Zoals ik al eerder zei, her was een hectische tijd, waarin het uiterste van bestuurders en mede werkers werd gevraagd en verkregen. Ik denk nog dikwijls met respect en grote dankbaarheid aan de grote prestaties van hen terug. Het was ook de tijd, waarin de bevolking in grote een heid voor het behoud van de zelfstandigheid op kwam. Oudorp heeft het karwei zelf geklaard maar deed dat in een goede samenwerking met de gemeenten Koedijk en Sint Pancras. Ook met Alkmaar kwam in de loop der jaren op zakelijke en technische punten een redelijk overleg tot stand. Speciaal de contacten met de daarvoor in aanmerking komende wethouders verliepen prettig. Wanneer ik achteraf de balans opmaak, moet ik vaststellen, dat Oudorp toen heeft getoond open te staan voor de problemen van de regio. Om een voorbeeld te noemen: de verplaatsing van her Alkmaarse wooitwagencent rum naar de Huijgendijk kwam de centrumgemeente op zijn zachtst gezegd heel goed uit. Aan dit sprookje kwam in 1972 -niet onver wacht- een einde toen de wetgever uiteindelijk tot opheffing van de gemeente besloot en liet gebied onder de competentie van het Alkmaarse gemeentebestuur kwam te vallen. Oudorp kon zich in die roerige lijden nog niet verheugen over de aanwezigheid en de inbreng van een eigen oudheidkundige vereniging. Ach- Kroniek van Oudorp 2006 10 'Annexatie

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek van Oudorp | 2006 | | pagina 9