Dat bijna niet te herkennen van de Omring-
dijk gaat voor een groot deel op voor Oudorp
(in de boeken voorkomend als Aldentborp,
Aldatboipe, Outdoip, Oudthorp, Outdorpe,
Outersdoip en Outgersterp).
Tot ongeveer het jaar 900 lag West-Friesland
boog genoeg om het zonder dijken te kunnen
stellen. Vóór die tijd bestond bet land waarin
wij wonen voornamelijk uit water.
'n Skitterende ochend was 't. De zon was rood van de sleip uit 't oosten opveerd en
begon vonkerend te stralen over de witte nevels. De koeie, peerde en skeipe stinge nag
wat met hullie biene in de damp die met de menu ut dunnerder leek te worren. Dat Oóze
Lieve Heer de wïrreld skiep, moet dut 'm voor ouge staan hewwe. Dat ken temet niet
aars'. Dit schreef enige tijd terug de veel te vroeg overleden journalist en radioman Theo
Koomen over het Westfriese landschap. In het Westfries vezelf, want oós dialect is ok 'n
gróte cultuurskat!
Oudorp ligt nog precies in West-Friesland! Alk
maar is de laatste halte in Noord-Kennemerland
en Alkmaar is de poort naar West-Friesland. De
Friesebrng over het Noordhollands Kanaal sym
boliseert de bijzondere ligging van de kaassrad.
En zoals Parijs z'n Eiffeltoren heeft en China z'n
lange muur, zo hebben de Westfriezen de Om-
ringdijk. Het land dat binnen die Omringdijk
ligt is West-Friesland. De Omringdijk, de 126
kilometer lange vesting tegen het geweld van het
water van de Noordzee, het IJsselmeer cn eerder
de Schermer en de Beemster. Deze dijk is ruim
750 jaar oud, dat wil zcggen.dat hij rond 1250
voltooid moet zijn geweest. Op enkele plaatsen
is de Westfriese Omringdijk als dijk bijna niet
meer te herkennen. Maar het grootste deel is
gelukkig nog steeds duidelijk aanwezig in het
landschap.
West-Friesland was in de allervroegste periode te
vergelijken mer de tegenwoordige Waddenzee:
grote delen werden regelmatig overstroomd. Bij
die overstromingen werden grote hoeveelheden
klei en zand afgezet. De klei klonk wat in en
de zandruggen of strandwallen (de strandwal
bij de Lauwershof) kwamen hoger te liggen.
Deze vormden de afscheiding tussen de zee en
het wadachtige landschap daarachter. Op die
strandwallen woonden de eerste Westfriezen.
Op een gegeven moment kregen deze West
friezen behoefte aan meer landbouwgrond. Ze
gingen het moerassige veen droogmaken en
greppels graven om zo de afwatering te ver
eteren. Plantenresten kwamen nu in contact
met zuurstof en dat betekende, dat het veen
langzaam als gas oploste in de lucht. Daardoor
daalde het bodempeil met gemiddeld ander
halve centimeter per jaar. I (eel West-Friesland
kwam te laag te liggen en vanaf het jaar 1 1 50
dreigden er grote overstromingen.
De bewoners zagen dat alles aankomen en
vanaf 1100 bouwden boeren toen hun bedrijf
jes op terpen. Als je over de Omringdijk rijdt,
kun je die terpen hier en daar nog zien. Rond
die tijd werden ook de eerste delen van de Om
ringdijk aangelegd. Het materiaal voor deze
dijken bestond uit klei, veen, mest en huisafval.
Na 1400 gebruikte men samengeperst wier
(zeegras) als bouwmateriaal voor de dijk, vaak
versterkt met houten paalconstructies. Toen
deze palen werden aangetast door de paal
worm, werden de dijken sterker gemaakt met
Noordse stenen en later met basaltblokken.
De Omringdijk heeft al die eeuwen heel wat te
verduren gehad, in 1248 bijvoorbeeld kwam
een groot deel van West-Fries land onder water
Kroniek van Oudorp
2006
28
Oudorp en de omringdilk
MKknlIfc
Knt«n
It hi wei
Dwk rip id