jk-
I-
Een kus voor hoge heren
Het werk op de werf
9
achtige Pieter Kuijper, kunnen immers
vraagtekens gezet worden.
Zes jaar later, in april 1839, werd alsnog de
laatste stap gezet. Dijkgraaf Daniel Carel
de Dieu Fontein Verschuir, de opvolger van
de in 1837 overleden De Sonnaville, stelde
toen voor timmerbaas Pieter Kuijper eer
vol te ontslaan. Die was wegens zijn hoge
leeftijd al geruime tijd niet meer in staat
De twee timmerbazen vervulden een be
langrijke functie in de Schermeer. Zonder
hun toestemming kon eigenlijk geen spij
ker in een molen of ander polderwerk wor-
n
d
jm
er-
ian
we
de
tig
an-
en
en
tra
:ht
if
■r
den geslagen. Jacob moest zich houden
aan een in 1829 vastgestelde instructie
die negentien artikelen bevatte. Natuurlijk
moesten defecten aan de molens onmid
dellijk worden hersteld. Bij grote schade
was het zaak dijkgraaf en heemraden te
informeren. De bazen moesten goed toe
zicht houden op het werkvolk, de verbruik
te balken, planken en andere houtwaren
zijn functie te vervullen. Met het oog op
de betoonde ijver en nauwgezetheid leek
De Dieu toekenning van een pensioen van
400 gulden per jaar op zijn plaats. Tenslot
te stelde hij voor Jacob als opvolger te
benoemen op het gebruikelijke jaarsalaris
van 800 gulden. Aldus werd besloten.
en naar welke molens die precies waren
gegaan. Een heel belangrijke klus was het
jaarlijks voor 1 februari aanleveren van
een overzicht van de toestand van de dij
ken, wegen, bruggen, molens, gebouwen
enzovoort, met opgave van wat daaraan
diende te gebeuren, de hiermee gemoei
de kosten en de benodigde materialen.
Op zaterdag werden de timmerbazen stipt
om tien uur 's ochtends op het Alkmaarse
stadhuis verwacht, waar dan dijkgraaf en
heemraden vergaderden. Dat leverde wel
een gulden per keer op. Voorts hielden zij
de molenaars in de gaten, waarbij speciaal
op dronkenschap gelet moest worden.
Op 2 mei 1839 vergaderden dijkgraaf en heemraden in de deftige herenkamer van het
Noorderpolderhuis. Er werden enige werken aanbesteed en bovendien regelde het college
de verpachting van het viswater. Tot slot stelden de heren een nieuwe keur of verordening
tot bescherming van de rietkragen in de poldersloten vast omdat die door het afmeren
van schuitjes regelmatig beschadigd werden. Na gedane zaken ging het gezelschap aan
tafel voor een maaltijd. Een kleine twee weken eerder, op 20 april, was Bregje, het zesde
kind van Jacob en Neeltje, geboren. Baker M. Steenhuis maakte haar opwachting om de
baby te laten zien.In het registertje waarin iedereen tekende die de hens- of vriendschaps-
beker van de Schermer had uitgedronken, werd dit voorval genoteerd met de opmerking:
'De baker heeft bij deze gelegenheid alle ondergetekende presenten [heren] met een kus
vereerd'. Daarna volgen de handtekeningen. Dan blijkt dat er ook enige gasten aanwezig
waren. Het ging om J.A. Kluppel, AJ.C. Maas Geesteranusen G.C. Fontein Verschuir. Ze
waren alle drie als rechter aan de Alkmaarse rechtbank verbonden. Kluppel kennen we
verder als dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van de Hondsbossche. Giesbert Cor
nells Fontein Verschuir was een jongere broer van dijkgraaf De Dieu. Hij werd twee jaar
later burgemeester van Heiloo. Heemraad Jan Vader voegde natuurlijk aan zijn naam toe
'grootvader van Bregje'.