6 den ieder een onderpolder of afdeling. Het door deze molens in de Noorder-, en Ursem en tussen West-Graftdijk en Driehuizen. Die werkten het water in drie Een infraroodopname van de zgn. ondertekening van het portret van Jacob Kuijper. In st; de trt w< ge de zij Hi ja; ee lijl in m sti m zo ve Ja een polderhuis als dienstwoning voor de timmerbaas en een deftig aangekleed zaaltje of herenkamer waar het dagelijks de vooral op Jacobs portret aanwezige bestuur van dijkgraaf en heemraden ver- overschilderingen verwijderd. De meest gaderde. opvallende was de gouden speld in zijn das. Zeker naderhand aangebracht om de Pieter Kuijper, de vader van Jacob, werd in band met de beeltenis van Neeltje te ver- augustus 1791 aangesteld als timmerbaas sterken. Zij draagt eveneens zo'n gouden op de Noorderwerf. Hij was gehuwd met speld. Meteen werden de originele lijsten Neeltje Paarlberg. Jacob kwam ter wereld hersteld. Het resultaat van de restauratie op 11 maart 1802, zonder twijfel in het was verbluffend. Toen de heer Vethaak de Noorderpolderhuis. Over zijn jeugd weten portretten terugzag, herinnerde hij zich spontaan dat lang geleden zijn vader ze een keertje had laten opknappen. Toen de schilderijen terugkwamen merkte die over het portret van Jacob Kuijper op: 'Het is hem niet meer!'. De foto's van voor en na de restauratie tonen aan dat daar inderdaad geen (das)speld opschriften combineren, komen we uit op: tussen te krijgen is. 'door K Weeshoff 't jaar 1842 oud 191/2 jaar'. We hebben dus te maken met jeugdwerk Werven en bazen waar hij kennelijk behoorlijk trots op was. Beide portretten zijn op paneel geschil- De Schermer werd drooggehouden door derd, en dat van Jacob Kuijper is verreweg 52 molens. Om te beginnen stonden 13 het beste geslaagd. Tijdens de restauratie molens verspreid in de polder. Ze bemaal- - waarover dadelijk meer - bleek dat dit schilderij is voorzien van een onderteke ning, een schets in potlood. Die ontbreekt Zuider- en Laanvaart gemalen water werd bij Neeltje. Zij gaat bovendien en beetje afgevoerd naar drie grote groepen molens schuil achter de Westfriese kap met gou- bij Schermerhorn, tussen Schermerhorn den oorijzers, spelden en 'toeten', de twee zwarte haarstukjes op het voorhoofd. Ook een dubbele bloedkoralen ketting meteen trappen omhoog in de Ringvaart. Voor het groot gouden slot ontbreekt niet. onderhoud beschikte de polder over twee Beide portretten waren aan een grondige timmerwerven, de Noorderwerf tussen restauratiebeurt toe. Zeker Jacob viel nog Schermerhorn en Ursem en de Zuiderwerf slechts met moeite onder de donkergeel tussen Graftdijk en Driehuizen. Deze com- verkleurde en vuile laag vernis te herken- plexen bestonden uit een enkele schuren, nen. Tijdens dit door Boeijink, Boekel en Van der Knaap Schilderijenrestauratie te Haarlem uitgevoerde werk, werden ook

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2018 | | pagina 6