De Wipbrug, weer terug op het Zuideinde van Grootschermer
D
In den beginne
De eerste korenmolen van het Scherme-
16
1049). Oorspronkelijk stond deze kerk, met
daarbij het kerkhof dicht bij de zuidelijke
rand van de polder de Schermer en een
ontginningsgebied genaamd 'De Oude
Gouw'. Vanwege het door grondafkalving
steeds groter wordende meer De Scher-
me(e)r, is de kerk verplaatst naar de loca
tie van de huidige Nederlands hervormde
kerk. De oude kerk is door een storm in
1612 ingestort. Op een kaart van de Uit
waterende Sluizen van Kennemerland en
West Friesland van Johannes Dou uit 1684,
staat een kerkhof aangegeven. De dijk die
vanaf dit 'Oude Kerkhof' naar het westen
loopt, heet nog de Oude Kerckdijk. In 1750
waren de resten van de kerk nog zichtbaar.
reiland, van 1343 tot 1565 de enige in
dit gebied, stond in de bebouwing van
Zuidschermer tegen de grens van Noord-
schermer (tussen de huidige kerk van
Grootschermer en het raadhuis). Aange
troffen bodemvondsten op het Zuideinde
(over de brug) tonen aan dat daar om
streeks 1350 al gewoond en gewerkt werd.
Een zeer vroege opname van de
Wipbrug en de brug bij Urk
Zi
e(
sr
9'
z<
hi
st
Zi
O
II
0|
m
k<
W
N
ZÈ
la
D
ei
m
tj<
U
SI
In Zuid- en Noord-Schermer was al vanaf
het begin (het jaar 950) sprake van bewo
ning. Door het graven van een slotennet
en het opwerpen van dijken werd dit moe
rasgebied in cultuur gebracht.
In 1063 wordt voor het eerst de kerk van
Schermer genoemd in een van de kerken
lijstjes van de abdij van Echternach (993-
Bruggen komen vaak aan bod in de Kroniek. Het waarom daarvan heeft te maken met de
herkenbaarheid van zo'n object, en de vaak zeer interessante geschiedenis die eraan hangt.
Dit geldt ook voor de Wipbrug van Grootschermer, die in de oude luister werd hersteld door
toedoen van de Grootschermer gemeenschap.
I