1e
2e
3e
4e
5e
60
40
20
15
12
75
50
30
25
20
45
30
42
:e
te
n
Ie
;e
n,
Klasse:
4-7jaar:
8-11 jaar:
12-17 jaar:
18 jaar en ouder:
Eerste verrichtingen
5
Zoals bij vrijwel alle verzekeringen waren
de contributies en de uitkeringen onder
hevig aan de conjunctuur, waardoor regel
matig de leden moesten worden geïnfor
meerd over veranderingen. Op 24 juli 1848
kwam, na eerst een verlaging in het jaar er
voor, weer een verhoging, waarbij ook een
herindeling van verzekerden plaatsvond.
Waar men aanvankelijk genoeg had aan
100
70
35
185
135
75
50
h
d,
n
n,
Ie
d
rs
?t
n
n
jr
j-
:e
i-
n
>l-
s,
'n
1-
■5
In voornoemde akte was het eerste regle
ment opgenomen, vrijwel gelijkluidend
als het Haagse fonds. De contributie en
uitkeringen stonden erin opgenomen,
maar ook de betaling aan de directie en
het personeel en de wijze van belegging.
Lid worden kon eenieder met een vaste
verblijfplaats in Noord-Holland, m.u.v.
Amsterdam. Het betroffen levenslange
verzekeringen en met een wekelijkse pre
miebetaling en natuurlijk uitkering bij
overlijden.
De verzekerde bedragen, in guldens, kwa
men overeen met toenmalige begraaf-
kosten: De groei van het aantal leden was
enorm. 'Van de armen begraven worden',
Ook elders in den lande was er sprake van
een explosieve groei van het aantal fond
sen en hun leden. Het was wild-west, want
de fondsen waren allemaal particuliere
ondernemingen, zonder staatstoezicht, en
allemaal stelden ze de tarieven willekeurig
vast. Reeds een jaar later werd het werk
gebied uitgebreid met Amsterdam, welis
waar verdeeld in een afdeling Amsterdam
en een afdeling De Rijp.
Een andere tabel laat zien dat het leden
aantal van ruim 5000 in 1846, zich had
uitgebreid naar meer dan 63.000 leden in
decente, betaalbare begrafenis van een
gestorven familielid groot.
in 1896. Daarbij dient vermeld te worden
dat de 'afdeling Amsterdam' hier ook in is
meegenomen.
In de bovengenoemde cijfers zijn de
groeistoringen waar te nemen welke wer
den veroorzaakt door de cholera-epidemie
van 1848-1856, waardoor de premies tijde
lijk werden verhoogd.
kant bij de gemeente der Doopsgezinden
te Noordeinde van Graft;
J. Eijken, Lid van den Raad der Stad
Purmerende en Notaris aldaar;
M. Kroon, Burgemeester van Oudkarspel;
N. C. Quast van Rijneveld, Lid van de Pro
vinciale Staten van Noord-Holland en Wet
houder te Enkhuizen;
E.T.S. Winterberg, Oud Lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, Lid van de Pro
vinciale Staten van Noord-Holland en Bur
gemeester te Nieuwe Niedorp.
De akte van oprichting passeerde op 10
november 1845 voor notaris Dirk Bek te De
Rijp-