«((BELANG /SfexARACHTIÖ 3 4 5 Groot Noordhollandsch Begrafenisfonds Start K Ei 4 Onlangs toonde Henk van Olst aan ondergetekende een boekje dat zijn vader had geschre ven, getiteld: Kort historisch overzicht van 127-jarig bestaan van de Vereeniging van Le vensverzekering en Lijfrente "De Groot-Noordhollandsche van 1845". Niet onbelangrijk, want de oorsprong van deze verzekering was gelegen in De Rijp. Een goede gelegenheid om het Rijperfonds, in de volksmond 'dooienfonds' genoemd, even te doen herleven. Johan Andries Pfijfers, predikant bij de Evangelische Luthersche Gemeente te De Rijp was agent en bode van een begrafe nisfonds in Den Haag, met als leuze: "Tot De ketting waarmee de ontvanger zich legitimeerde. 1 2 "Toen de Groot-Noordhollandsche nog (het) Rijper(dooien)fonds genoemd werd". In rr al ui rr hi Li V( A V( m O' D m k< er k. te J. P IV N vi h E. K vi g D o R Nut van 't Algemeen". Dit fonds had zich sinds 1833 verspreid over het hele land, dus ook in De Rijp en omstreken. Al snel besefte Johan dat hij dat ook kon, en vergaarde leden onder de andere bo den om te komen tot een eigen fonds. Onder dezelfde voorwaarden als het Haagse fonds werden op 14 april 1845 ruim 4000 leden ingeschre ven in het Groot Noord-Hol- landsch Begrafenis-Fonds, met een iets andere leuze: "In 't Waarachtig Belang van 't Al gemeen". De inschrijvingen droegen soms een vroegere datum, omdat de inschrijving bij de Haagse verzekering als be gindatum gold. Uiteraard benoemde de heer Pfijfers zichzelf tot directeur en be paalde zelf zijn salaris. Om het vertrouwen in het fonds te vergroten, werden commissa rissen van importantie aange trokken: H. Boonacker, Oud Lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland, Directeur van de Maatschappij van Nij verheid te Rijp en gemeente secretaris; P. Bruin Wz., Predi-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2018 | | pagina 4